De laadindicator dooft ook als het laden om
de een of andere reden wordt onderbroken
voordat het laden is voltooid. Zie in dat geval
Blz. 155.
■
Als de laadindicator van de laadaanslui-
ting knippert na het aansluiten van de
AC-laadkabel
Er is een laadschema (Blz. 138) geregis-
treerd en het laden kan niet worden uitge-
voerd. Om het laden middels het laadschema
uit te schakelen en te beginnen met laden
moet een van de onderstaande procedures
worden uitgevoerd.
●
Stel "Nu opladen/Nu laden" in op "Aan"
(Blz. 144, 151)
●
Verwijder de laadstekker en sluit hem
direct weer aan terwijl de laadindicator
knippert.
■
Als de laadstekker niet in het AC-laad-
contact kan worden gestoken
Blz. 119
■
Veiligheidsfunctie
Het laden wordt niet gestart als de laadstek-
ker niet vergrendeld is. Als de laadindicator
niet gaat branden nadat de laadstekker aan-
gesloten is, verwijder dan de stekker en sluit
hem opnieuw aan. Controleer of de laadindi-
cator van de laadaansluiting nu wel brandt.
■
De laadtijd kan toenemen
Blz. 129
■
Tijdens het laden
Als het contact AAN gezet wordt en de ener-
giemonitor weergegeven wordt op het
scherm van het multimedia-display, wordt de
laadstekker weergegeven op de energiemo-
nitor en wordt de stroom van de elektriciteit
tijdens het laden weergegeven (Blz. 189).
■
Laden bij een openbaar laadstation met
autorisatiefunctie
Als tijdens het laden een portier wordt ont-
grendeld, wordt de laadstekker ontgrendeld
en wordt het laden onderbroken.
In dat geval wordt de autorisatie van het laad-
station geannuleerd en kan het laden moge-
lijk niet weer worden gestart.
Sluit de laadstekker weer aan en voer de
autorisatie voor het laadstation uit.
■
Beschermingsfunctie tegen oververhit-
ting AC-laadcontact (auto's met 7 kW
tractiebatterijlader)
Door de plaatsing van een thermosensor in
het AC-laadcontact wordt voorkomen dat
onderdelen smelten wanneer de temperatuur
stijgt ten gevolge van verontreinigingen in de
laadstekker. Als een bepaalde temperatuur-
stijging wordt gesignaleerd, stopt het laden
onmiddellijk en wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
Nadat de temperatuur is gedaald, wordt het
laden hervat door de procedure voor het star-
ten van het laden nogmaals uit te voeren.
133
2-2. Laden
2