364
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Druk op de
ningspaneel van de airco om de lucht-
circulatie in te stellen.
Indicator brandt: luchtstroom alleen
naar de voorstoelen
Indicator is uit: luchtstroom naar alle
stoelen.
■
Werking van de automatische luchtcir-
culatie
●
Voor het behoud van een comfortabel inte-
rieur kan de luchtstroom, direct nadat het
hybridesysteem is gestart en op andere
momenten, afhankelijk van de buitentem-
peratuur, naar stoelen zonder passagiers
worden geleid.
●
Als, nadat het hybridesysteem is gestart,
passagiers in de auto van plaats verande-
ren of in- of uit de auto stappen, kan het
systeem de aanwezigheid van passagiers
niet goed bepalen en werkt de automati-
sche regeling van de luchtcirculatie niet.
■
Handmatige regeling van de luchtcircu-
latie
Zelfs wanneer de functie handmatig wordt
ingesteld om de luchtstroom alleen naar de
voorstoelen te leiden, wordt mogelijk automa-
tisch lucht naar alle stoelen geleid wanneer
een achterstoel bezet is.
■
Terugkeren naar automatische luchtcir-
culatie
1
Zet, wanneer de indicator uit is, het con-
tact UIT.
2
Wacht ten minste 60 minuten en zet het
contact AAN.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
■
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
op het bedie-
■
Afstellen van de richting van de
luchtstroom en openen/sluiten
van de uitstroomopeningen
Voor
1
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2
De uitstroomopening openen
3
De uitstroomopening sluiten
Achter
1
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2
De uitstroomopening openen
3
De uitstroomopening sluiten