Buitenspiegels
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
■
Bij gebruik van de buitenspiegels bij
koud weer
Als bij koud weer de buitenspiegels bevroren
zijn, kunnen ze mogelijk niet worden in- of uit-
geklapt of versteld. Verwijder ijs, sneeuw
enzovoort van de buitenspiegels.
■
Ontwasemen van de spiegels
De buitenspiegels kunnen worden ontwas-
emd met de spiegelverwarming. Door de
achterruitverwarming in te schakelen wordt
de buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(Blz. 360)
WAARSCHUWING
■
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen en een ongeval veroor-
zaken, met mogelijk dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
●
Verstel de spiegels niet tijdens het rij-
den.
●
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn
ingeklapt.
●
Beide buitenspiegels dienen in de nor-
male stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt
gereden.
■
Als de spiegelverwarming is inge-
schakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet
aan, omdat dit heet kan worden en brand-
wonden kan veroorzaken.
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Procedure voor het verstellen
1
Druk op de schakelaar om de bui-
tenspiegel te selecteren die moet
worden versteld.
A
Links
B
Rechts
2
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
A
Omhoog
B
Rechts
C
Omlaag
D
Links
■
De spiegelhoek kan worden versteld
wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
225
4