Beschrijving
Met de centrale vergrendeling kunt u alle por-
tieren, de achterklep en de tankklep centraal
ont- en vergrendelen:
Van buitenaf met autosleutel
●
Van buitenaf met het Keyless Access-sys-
●
›››
teem
pag.
97,
Van binnenuit, met drukknop voor centrale
●
›››
vergrendeling
pag.
96.
Beschikt over verschillende functies die de
veiligheid van de wagen optimaliseren:
›››
"Safe"-vergrendeling
●
Automatisch vergrendelen door onbedoeld
●
openen
Selectieve veiligheidsontgrendeling
●
Automatisch vergrendelen door snelheid en
●
automatisch ontgrendelen (Auto Lock)
Veiligheidsontgrendelen
●
Automatisch vergrendelen door onbe-
doeld openen
Dit systeem van diefstalbeveiliging vermijdt
dat de wagen uit vergetelheid open blijft. Bij
het ontgrendelen en als na verloop van 30
seconden geen enkel portier noch de achter-
klep opengaat, wordt de wagen automatisch
weer vergrendeld.
94
Selectieve portierontgrendeling
Bij het vergrendelen worden de portieren en
de achterklep vergrendeld. Naar wens kan bij
het openen van de portieren uitsluitend het
portier aan bestuurderzijde of alle portieren
worden geopend. Dit kan worden ingesteld in
›››
pag.
95.
het infotainmentsysteem
Automatische vergrendeling (Auto Lock)*
De functie Auto Lock vergrendelt de portieren
en de achterklep vanaf een snelheid van ca.
15 km/u (9 mpu).
De wagen kan worden ontgrendeld door de
ontgrendelingsfunctie in de knop voor de
pag. 100
centrale vergrendeling of een van de slotgre-
pen te bedienen.
De functie Auto Lock kan op de radio of in het
infotainmentsysteem worden in- en uitge-
schakeld
Bovendien worden bij een ongeval met airba-
gactivering portieren automatisch ontgren-
deld om hulpverleners toegang tot de wagen
te verschaffen.
Knipperlichten
Bij het ontgrendelen knipperen de knipper-
lichten tweemaal, bij het vergrendelen een-
maal.
Als deze niet knipperen, is één van de portie-
ren, de achterklep of de motorkap niet geslo-
ten.
Bedienen
›››
pag.
95.
›››
pag.
95.
Onbedoeld buitensluiten
In de volgende gevallen wordt voorkomen
dat u uw sleutel in de wagen insluit:
Als het portier aan bestuurderszijde open is,
●
zal de wagen niet vergrendelen zodra op de
toets van de centrale vergrendeling
96
wordt gedrukt.
Vergrendelt u uw wagen pas met de sleutel
met radiografische afstandsbediening zodra
alle portieren en de achterklep zijn gesloten.
U voorkomt daarmee dat u ongewild wordt
buitengesloten.
Let op
Nooit waardevolle voorwerpen zonder
●
toezicht in de wagen achterlaten. Een ver-
grendelde wagen is geen kluis!
Als de led in het drempel van het portier
●
aan bestuurderszijde na het vergrendelen
ongeveer 30 seconden brandt, is er een
storing in de centrale vergrendeling of in
het alarmsysteem*. Laat de storing in de
werkplaats van een officiële SEAT dealer
verhelpen.
De interieurbewaking van het alarmsys-
●
teem* werkt alleen dan foutloos, als de rui-
ten en het dak* zijn gesloten.
›››
pag.