Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wi-Fi Protected Setup (Wps); Toegang Tot Internet Configureren - Seat Leon 2020 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Activeer de toewijzing van het mobiele ap-
paraat in het infotainmentsysteem. Druk
daarvoor op de functietoets WLAN-verbin-
ding inschakelen en vink het selectievakje
aan.
Voer de netwerksleutel in op het apparaat
dat getoond wordt en bevestig.
De volgende instellingen kunnen ook worden
uitgevoerd in het menu Verbinding delen:
Veiligheidsniveau: Met de WPA2-codering
wordt automatisch een netwerksleutel gege-
nereerd.
Netwerksleutel: automatisch aangemaak-
te netwerksleutel. De functietoets indrukken
om de netwerksleutel handmatig te wijzigen.
De netwerksleutel telt minimaal 8 en maxi-
maal 63 tekens.
SSID: naam van het WLAN-netwerk (maxi-
maal 32 tekens).
Netwerknaam (SSID) niet uitzenden: Vink
het selectievakje aan om de zichtbaarheid
van het draadloze netwerk (WLAN) uit te
schakelen.
De (draadloze) WLAN-verbinding wordt tot
stand gebracht. Om de verbinding af te ron-
den, kan het nodig zijn om nog andere gege-
vens in te voeren in het apparaat.
Herhaal dit proces om andere apparaten aan
te sluiten.
174
Infotainmentsysteem

Wi-Fi Protected Setup (WPS)

3 Hangt af van het apparaat en het land in
kwestie.
Wi-Fi Protected Setup maakt het mogelijk om
snel en eenvoudig een lokaal draadloos net-
werk te creëren met codering.
Breng de verbinding met het draadloze net-
werk (WLAN) tot stand.
Druk op de WPS-knop op de WLAN-router
tot het lampje op de router begint te knippe-
ren. Indien de WLAN-router geen WPS toe-
staat, moet het netwerk handmatig worden
geconfigureerd.
OF: Houd de WLAN-knop op de WLAN-rou-
ter ingedrukt tot het WLAN-lampje op de rou-
ter begint te knipperen.
Druk op de WPS-knop op het WLAN-appa-
raat. De WLAN-verbinding wordt tot stand
gebracht.
Herhaal dit proces om andere apparaten aan
te sluiten.

Toegang tot internet configureren

Het infotainmentsysteem kan het WLAN-toe-
gangspunt van een extern apparaat gebrui-
ken om de internetverbinding tot stand te
brengen.
De verbinding met het draadloze netwerk
(WLAN) tot stand brengen
Activeer en deel het draadloze toegangs-
punt op het externe apparaat; raadpleeg
daarvoor de handleiding van de fabrikant.
Druk op de toets HOME >
; OF ga naar de
modus Media en druk op het menu Instellin-
gen.
Druk in het menu WLAN > WLAN-verbin-
ding inschakelen en vink het selectievakje
aan.
Druk op de functietoets Zoeken en selec-
teer het gewenste apparaat in de lijst.
Voer zo nodig de netwerksleutel van het
apparaat in het infotainmentsysteem in en
bevestig met OK.
Handmatige instellingen:
Voor de handmatige invoer van de net-
werkinstellingen van een extern apparaat
(WLAN).
De (draadloze) WLAN-verbinding wordt tot
stand gebracht. Om de verbinding af te ron-
den, kan het nodig zijn om nog andere gege-
vens in te voeren in het apparaat.
Let op
Vanwege het grote aantal apparaten kan
niet worden gegarandeerd dat alle functies
storingvrij uitvoerbaar zijn.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave