Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Seat Leon 2020 Instructieboekje pagina 187

Inhoudsopgave

Advertenties

Beperkingen tijdens de navigatie
Indien de infotainment geen gps-satellietge-
gevens kan ontvangen, bijvoorbeeld in een
tunnel of ondergrondse garage, gaat de na-
vigatie voort met behulp van de wagensen-
soren.
In gebieden die niet gedigitaliseerd zijn of met
onvolledige digitalisering in het geheugen
van de infotainment, blijft de infotainment
proberen de routegeleiding mogelijk te ma-
ken.
Indien navigatiegegevens ontbreken of niet
volledig zijn, kan de positie van de wagen
mogelijk niet exact bepaald worden. Dit kan
ertoe leiden dat de navigatie niet zo nauw-
keurig als anders verloopt.
Het wegennet verandert voortdurend (bijv.
nieuwe straten, werkzaamheden, wegen die
worden afgesloten voor het verkeer, wijzigin-
gen van straatnamen en huisnummers). In-
dien de navigatiegegevens verouderd zijn,
kunnen er fouten of onnauwkeurigheden op-
treden tijdens de routegeleiding.
De navigatiekaart hanteren
Voor een optimale weergave kunt u de navi-
gatiekaart hanteren met bijkomende vinger-
bewegingen.
De kaart verplaatsen (tip: gebruik uw wijs-
vinger).
Verplaats de kaart met uw vinger.
Bediening van de infotainment
De weergave vergroten (tip: gebruik uw
wijsvinger).
Om de weergave in een bepaalde positie te
vergroten, drukt u tweemaal na elkaar op de
kaart.
De weergave verkleinen (tip: gebruik uw
wijsvinger en middelvinger).
Druk met beide vingers tegelijk op de kaart.
De weergave veranderen (tip: gebruik uw
wijsvinger).
Druk tweemaal na elkaar op de kaart en
blijf met uw vinger op het scherm drukken.
Om de kaartweergave te verkleinen, be-
weegt u uw vinger omhoog. Om de kaart-
weergave te vergroten, beweegt u uw vinger
omlaag.
De weergave veranderen (tip: gebruik uw
duim en wijsvinger).
Blijf met beide vingers tegelijk op de kaart
drukken.
Om de kaartweergave te verkleinen, brengt
u de ene vinger dichter bij de andere. Om de
kaartweergave te vergroten, haalt u de ene
vinger verder weg van de andere.
De weergave kantelen (tip: gebruik uw wijs-
vinger en middelvinger).
Blijf met beide vingers die onderling hori-
zontaal staan tegelijk op de kaart drukken.
Om de kaartweergave naar voren te kante-
len, beweegt u de vingers omhoog. Om de
kaartweergave naar achteren te kantelen,
beweegt u de vingers omlaag.
De kaart draaien (tip: gebruik uw duim en
wijsvinger).
Blijf met beide vingers tegelijk op de kaart
drukken.
Om de kaartweergave te draaien, draait u
uw vingers rechtsom of linksom.
Opgeslagen gegevens
De infotainment bewaart bepaalde gege-
vens, bijvoorbeeld meestgebruikte routes en
positiegegevens, om de invoer van het reis-
doel te vereenvoudigen en de routegeleiding
te optimaliseren.
Opgeslagen gegevens verwijderen
Druk op Instellingen > Instellingen van de
basisfuncties > Verwijderen en vervolgens
op OK.
ATTENTIE
Voer de instellingen, de invoer van het reis-
doel en de wijzigingen voor navigatie enkel
uit met stilstaande wagen.
»
185

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave