Bijzonderheden
Bij een actieve verbinding van Android Auto™
gelden de volgende bijzonderheden:
Een actief Android Auto™-apparaat kan te-
●
gelijk via Bluetooth® (HFP-profiel) met de in-
fotainment verbonden zijn.
De telefoonfuncties kunnen worden ge-
●
bruikt via Android Auto™. Indien het Android
Auto™-apparaat tegelijk via Bluetooth® is
aangesloten met de infotainment, kan ook de
telefoonfunctie van de infotainment worden
gebruikt.
Een actief Android Auto™-apparaat kan niet
●
worden gebruikt als multimediabron in het
hoofdmenu Media.
De interne navigatie en navigatie van An-
●
droid Auto™ kunnen niet tegelijk worden ge-
bruikt. De laatst gestarte route onderbreekt
de eerder actieve route.
Op het scherm van het instrumentenpaneel
●
kunnen gegevens van de telefoonfunctie
zichtbaar zijn.
Op het scherm van het instrumentenpaneel
●
verschijnt er geen indicatie om te draaien of
van de mediafunctie.
Met het multifunctiestuurwiel kunt u binnen-
●
komende oproepen accepteren of weigeren,
en een lopend telefoongesprek beëindigen.
172
Infotainmentsysteem
Spraakbediening
Druk kort op
om de spraakbediening van
●
het infotainmentsysteem te starten.
Blijf drukken op deze toets om de spraakbe-
●
diening van de aangesloten smartphone te
starten.
Let op
De beschikbaarheid van de technologie-
●
en hangt af van het land en kan variëren.
Op de websites van SEAT
●
(www.seat.com) en Android Auto™, of bij uw
SEAT-dealer vindt u informatie over de
technische vereisten, de compatibele mo-
biele telefoons, de gecertificeerde appli-
caties en hun beschikbaarheid.
MirrorLink®
Vereisten voor MirrorLink®
Voor het gebruik van MirrorLink® gelden de
volgende vereisten:
De mobiele telefoon moet compatibel zijn
●
met MirrorLink®.
De mobiele telefoon moet verbonden zijn
●
met het infotainmentsysteem via een USB-
aansluiting die geschikt is voor gegevens-
overdracht.
De gebruikte USB-kabel moet een originele
●
kabel van de fabrikant van de mobiele tele-
foon zijn.
Afhankelijk van de gebruikte mobiele tele-
●
foon moet daarop een applicatie van Car-
Mode geïnstalleerd zijn die het gebruik van
MirrorLink® ondersteunt.
Verbinding tot stand brengen
Wanneer u voor het eerst een mobiele tele-
foon aansluit, volg dan de instructies op het
scherm van het infotainmentsysteem en de
mobiele telefoon.
Er moet worden voldaan aan de gebruiksei-
sen van MirrorLink®.
Start MirrorLink®:
Druk op HOME > Full Link om naar het
●
hoofdmenu Full Link te gaan.
OF: druk op APP om naar het hoofdmenu
●
Full Link te gaan.
Druk erop om de verbinding met de mobie-
●
le telefoon tot stand te brengen.
Aansluiting beëindigen
In modus MirrorLink® drukt u op APP om het
●
hoofdmenu Full Link te openen.
OF: druk op
om naar het hoofdmenu van
●
MirrorLink® te gaan.
Druk op
om de actieve verbinding te ver-
●
breken.