Elektromechanische rembekrachtiger
(eBKV)
De elektromechanische rembekrachtiger
werkt enkel wanneer het contact is ingescha-
keld en optimaliseert de kracht van de voet,
door de druk te verhogen die de bestuurder
uitoefent op het rempedaal.
Indien de elektromechanische rembekrachti-
ger niet werkt, moet het rempedaal krachti-
ger worden ingetrapt, aangezien de remaf-
stand toeneemt omdat er geen ondersteu-
ning is door de rembekrachtiger.
ATTENTIE
Een storing in het remsysteem kan de rem-
weg verlengen, waardoor gevaar voor on-
gevallen bestaat.
Nieuwe remblokken en -schijven moeten
●
eerst inremmen en hebben tijdens de eer-
ste 200 km (124 mijl) nog niet de optimale
wrijvingskracht. Het iets mindere remver-
mogen kan echter opgevangen worden
door het rempedaal met meer kracht in te
trappen.
Bij het rijden op wegen die met zout zijn
●
bestrooid, kunnen de remmen vertraagd
werken.
Op hellingen kunnen de remmen overver-
●
hit raken door overmatig gebruik. Voordat u
een langer traject met steile hellingen om-
laag rijdt, vermindert u de snelheid, scha-
kelt u naar een lagere versnelling terug of
kiest u een lagere rijstand. Op deze wijze
Remmen en parkeren
maakt u gebruikt van de remmende werk-
ing van de motor en belast u de remmen
minder.
Zacht en continu remmen leidt tot over-
●
verhitting van de remmen en daarmee tot
een langere remweg. In plaats daarvan in
intervallen remmen.
Alleen remmen met het doel het remsys-
●
teem te reinigen, als de wegomstandighe-
den dit toelaten. Breng andere weggebrui-
kers niet in gevaar: risico op het veroorza-
ken van een ongeval.
Vermijd dat de wagen in de vrijstand met
●
stilgezette motor beweegt. De remweg
wordt aanzienlijk langer wanneer de rem-
bekrachtiger niet geactiveerd is.
Door een grote belasting van de remmen
●
kunnen er zich luchtbellen vormen in de
buizen van het remsysteem. Hierdoor wer-
ken de remmen minder goed.
Frontspoilers die niet af fabriek zijn ge-
●
monteerd of beschadigd zijn, kunnen er de
oorzaak van zijn dat er minder lucht bij de
remmen komt en dat de remmen oververhit
raken. Let voor het kopen van accessoires
op de aanwijzingen.
VOORZICHTIG
Nooit de rem laten "aanlopen" door het
●
pedaal licht in te drukken als u niet werke-
lijk hoeft te remmen. Dit leidt tot oververhit-
ting van de remmen en daarmee tot een
langere remweg en grotere slijtage.
Voordat u een langer traject met sterke
●
afdalingen gaat rijden, de snelheid verla-
gen en in een lagere versnelling schakelen.
Op deze wijze maakt u gebruikt van de rem-
mende werking van de motor en belast u de
remmen minder. Moet u toch bijremmen, dit
dan niet voortdurend doen maar met inter-
vallen.
Let op
Werkt de rembekrachtiger niet, omdat
●
bijv. de wagen moet worden gesleept of
omdat er schade aan de rembekrachtiger
is ontstaan, dan moet het rempedaal met
meer kracht worden ingetrapt dan nor-
maal.
Als u naderhand een frontspoiler of grote
●
wieldoppen of iets dergelijks wilt laten in-
bouwen, moet u nagaan of de luchttoevoer
bij de voorwielen niet wordt verminderd,
anders zou het remsysteem te heet kunnen
worden.
255