Hulpsystemen en instellingen van de wagen
›››
Door te drukken op
afb. 66
hoofdmenu te drukken op het symbool Wa-
geninstellingen wordt het menu van de
hulpsystemen en instellingen van de wagen
geopend.
Door vervolgens te drukken op een van de
menu's aan de linkerzijde
wordt het gese-
B
lecteerde menu van instellingen of hulpsyste-
men op het scherm getoond.
De hoeveelheid hulpsystemen en instellingen
hangt af van de versie en het land in kwestie.
De punten
geven aan dat, door uw vinger
C
van links naar rechts of omgekeerd over het
scherm te schuiven, de rest van de hulpsyste-
men waarover het model beschikt zal worden
getoond.
Instrumenten en controlelampjes
of in het
Bestuurdershulpsysteem
■
A
Automatische activering van de parkeer-
■
›››
rem
pag.
Inparkeersysteem
■
ESC, remstabiliserings- en remhulpsyste-
■
men activeren/deactiveren
Start-stopsysteem activeren/deactiveren
■
›››
pag.
202.
Travel Assist (snelheidsregelsysteem,
■
snelheidsbegrenzer, automatische af-
standsregeling enz.)
Rijstrookassistent (Lane Assist)
■
240.
Noodremhulpsysteem (Front Assist)
■
›››
pag.
223.
Vermoeidheidsherkenning
■
Afb. 66
en instellingen van de wagen
256.
›››
pag.
263.
›››
pag.
259.
›››
pag.
219.
›››
pag.
›››
pag.
72.
Schematische weergave: Hulpsystemen
›››
Rijstrookwisselhulp
pag.
■
Noodhulpsysteem (Emergency Assist)
■
›››
pag.
245.
›››
SEAT Drive Profile
pag. 214
■
›››
Verlichting
pag. 120
■
Interieur
■
›››
Instrumentenpaneel
pag.
■
›››
Verlichting
pag.
118.
■
›››
Spiegels
pag.
123.
■
Exterieur
■
›››
Sluiten
pag.
91.
■
›››
Licht
pag.
111.
■
›››
Ruiten
pag.
107.
■
›››
Banden
pag.
318.
■
247.
67.
89