Bijzonderheden
Bij een actieve verbinding van MirrorLink®
gelden de volgende bijzonderheden:
Een actief MirrorLink®-apparaat kan tege-
●
lijk met het infotainmentsysteem zijn verbon-
den via Bluetooth®.
Indien het MirrorLink®-apparaat is verbon-
●
den met het infotainmentsysteem via Blue-
tooth®, kan de telefoonfunctie van het info-
tainmentsysteem worden gebruikt.
Een actief MirrorLink®-apparaat kan niet
●
worden gebruikt als multimediabron in het
hoofdmenu Media.
Op het scherm van het instrumentenpaneel
●
kunnen gegevens van de telefoonfunctie
zichtbaar zijn.
Op het scherm van het instrumentenpaneel
●
verschijnt er geen indicatie om te draaien of
van de mediafunctie.
Met het multifunctiestuurwiel kunt u binnen-
●
komende oproepen accepteren of weigeren,
en een lopend telefoongesprek beëindigen.
Functietoetsen
Functietoetsen en hun functie:
APP
Keert terug naar het hoofdmenu Full
Link. Hier kunt u de MirrorLink®-verbin-
ding beëindigen, een andere mobiele te-
lefoon aansluiten of een andere techno-
logie selecteren.
Dataoverdracht
Indrukken om de geopende applicaties
te sluiten. Druk vervolgens op de appli-
caties die u wenst te sluiten of de func-
tietoets Alle uit om alle geopende appli-
caties te sluiten.
Druk hierop om het scherm van de mobi-
ele telefoon weer te geven op het
scherm van het infotainmentsysteem.
Om de instellingen van MirrorLink® te
openen.
Indrukken om terug te keren naar het
hoofdmenu MirrorLink®.
Let op
Op de websites van SEAT (www.seat.com)
en MirrorLink®, of bij uw SEAT-dealer vindt
u informatie over de technische vereisten,
de compatibele mobiele telefoons, de ge-
certificeerde applicaties en hun beschik-
baarheid.
WLAN-toegangspunt*
Inleiding
3 Niet beschikbaar voor het model: Mediasys-
teem
Het infotainmentsysteem kan worden ge-
bruikt om een WLAN-verbinding te delen met
›››
maximaal 8 apparaten
pag. 173, Confi-
guratie om verbinding te delen via
Het infotainmentsysteem kan het WLAN-toe-
gangspunt van een extern apparaat ook ge-
bruiken om internet te leveren aan apparaten
die zijn aangesloten op het toegangspunt
(hotspot) (WLAN-client)
Let op
Voor de noodzakelijke gegevensover-
●
dracht moet mogelijk een vergoeding wor-
den betaald. Door het grote aantal gege-
vens dat wordt uitgewisseld, beveelt SEAT
aan om een vast tarief te gebruiken voor de
gegevensoverdracht. De providers van mo-
biele telefonie kunnen u hierover informatie
verstrekken.
De uitwisseling van gegevenspakketten
●
kan bijkomende kosten met zich meebren-
gen naargelang uw tarief voor mobiele te-
lefonie, met name wanneer u zich in het
buitenland bevindt (bijv. roamingkosten).
Configuratie om verbinding te de-
len via WLAN
De verbinding met het draadloze netwerk
(WLAN) tot stand brengen
Druk op de toets HOME >
●
Activeer het draadloze netwerk. Druk daar-
●
voor op de functietoets WLAN.
Activeer het draadloze netwerk (WLAN) op
●
het te verbinden apparaat; raadpleeg daar-
WLAN.
voor de handleiding van de fabrikant.
›››
pag.
174.
.
»
173