VOORZICHTIG
Rijd nooit de tank helemaal leeg. Als de
brandstoftoevoer onregelmatig is, kan dit
het verbrandingsproces verstoren en niet-
verbrande brandstof kan in het uitlaatsys-
teem terechtkomen. De katalysator en het
roetfilter kunnen hierdoor beschadigd wor-
den!
Let op
Het pijltje naast het symbool van de benzi-
nepomp in de brandstofmeter toont aan
welke zijde van de auto de tankklep zich
bevindt.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Analoog instrumentenpaneel: koel-
Afb. 58
vloeistoftemperatuurmeter.
Koud bereik. De motor heeft de bedrijfs-
A
temperatuur nog niet bereikt. Vermijd te
78
Bedienen
hoge toerentallen en te hoge motorbe-
lastingen zolang de bedrijfstemperatuur
nog niet bereikt is.
Normaal bereik. Bij hoge omgevingstem-
B
peraturen of bij zware belasting van de
motor is het mogelijk dat de leds blijven
branden, zelfs tot in het hoogste bereik.
Dat is niet erg, zolang het controlelampje
niet gaat branden
Waarschuwingsbereik. Als de motor te
C
zwaar belast wordt, met name bij hoge
buitentemperaturen, kunnen de leds gaan
branden in het waarschuwingsbereik.
De koelvloeistoftemperatuurmeter werkt al-
leen bij ingeschakeld contact.
In wagens met digitaal instrumentenpaneel
(SEAT Digital Cockpit) kunt u selecteren dat
de temperatuur van de koelvloeistof wordt
weergegeven in het overeenkomstige menu
›››
pag.
67.
Waarschuwings- en controlelampje
Gaat rood branden
Rijd niet verder!
Motorkoelvloeistofpeil te laag, koelvloeistoftempera-
tuur te hoog.
Gaat rood knipperen
Storing in het motorkoelvloeistofsysteem.
Breng de auto tot stilstand, zet de motor uit
●
en laat hem afkoelen.
Controleer het motorkoelvloeistofpeil
●
›››
pag.
303.
Indien het waarschuwingslampje zelfs bij
●
een juist koelvloeistofpeil niet uitgaat, vraag
dan hulp aan gespecialiseerd personeel.
VOORZICHTIG
Voor een lange levensduur van de motor
●
wordt geadviseerd om hoge toerentallen,
plankgas en het sterk belasten van de mo-
tor gedurende de eerste 15 minuten na de
start bij een koude motor te vermijden. De
tijd die de motor heeft om op bedrijfstem-
peratuur te komen, hangt mede af van de
omgevingstemperatuur. In dat geval kunt u
kijken naar de motorolietemperatuur*
›››
pag.
71.
Extra lampen en andere aanbouwdelen
●
vóór de koelluchtinlaat verslechteren de
koelende werking van de koelvloeistof. Bij
hoge buitentemperaturen en sterke motor-
belasting bestaat dan het gevaar voor
oververhitting van de motor!
De voorspoiler zorgt ook voor de juiste
●
verdeling van de koellucht tijdens het rij-
den. Als de spoiler is beschadigd, wordt de
koelende werking minder en bestaat het
gevaar van oververhitting van de motor.
Roep de hulp van vakmensen in.