Om de ACC te activeren, drukt u op de
●
›››
knop
afb. 146
van het multifunctiestuur-
wiel. Op dit moment is de ACC niet actief en
is ook geen snelheid geprogrammeerd.
Druk vervolgens op de toets
●
Op dit moment wordt de ACC geactiveerd,
en de huidige snelheid en afstand worden
geprogrammeerd. Het beeld van het paneel
›››
gaat naar modus Actief
afb. 144
Indien de auto stilstaat, selecteert u eerst
●
een snelheid met de knoppen
Met actieve ACC rijdt de wagen met een in-
gestelde snelheid en afstand t.o.v. de voorlig-
ger. Zowel de snelheid als de afstand kunnen
op ieder moment worden gewijzigd.
Snelheid opslaan
Om de snelheid te programmeren, drukt u
●
op de toets
of
tot de gewenste snelheid
›››
afb. 144
. Het instellen van de snelheid
6
gebeurt in stappen van 10 km/u (5 mpu).
Als u de snelheid in stappen van 1 km/u (1
●
mpu) wilt verhogen, drukt u op de toets
om de snelheid te verlagen, drukt u op de
toets
.
De ingestelde snelheid kan worden gewijzigd
bij stilstaande wagen of onder het rijden.
Afstandsniveau instellen
Om het afstandsniveau te verhogen of ver-
●
lagen, drukt u op de toets
.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Op het scherm van het instrumentenpaneel
wordt het geselecteerde afstandsniveau
›››
afb. 144
4
standsniveaus kiezen. SEAT raadt niveau 3
aan. De ingestelde afstand kan worden ge-
›››
afb.
146.
wijzigd bij stilstaande wagen of tijdens het rij-
›››
den
.
ACC uitschakelen en deactiveren
.
Om de ACC uit te schakelen, drukt u op de
●
toets
. Op dat moment verschijnt de tekst
en
.
ACC gedeactiveerd
gedeactiveerd.
Als u de ACC niet wilt uitschakelen maar tij-
delijk in niet-actieve modus (stand-by) wilt
zetten, schakel hem dan uit met de toets
en daarna weer in, of trap het rempedaal in.
Wanneer de wagen stil staat en het bestuur-
dersportier wordt geopend, gaat de functie
ook over in de niet-actieve modus (stand-by).
Standaardafstandsniveau aan het begin
van de rit instellen
;
Bij nat wegdek altijd een grotere afstand tot
de voorgaande wagen kiezen dan bij droog
›››
wegdek
In het infotainmentsysteem kan het afstands-
niveau vooraf worden geselecteerd bij in-
schakelen van de ACC uit: Zeer klein, Klein,
Middel, Ver en Zeer ver, met behulp van de
functietoets
›››
ACC
pag.
weergegeven. U kunt uit 5 af-
en is de functie volledig
.
> Bestuurdershulpsysteem >
89.
Rijprofiel instellen
Bij wagens met SEAT Drive Profile kan het ge-
kozen rijprofiel het acceleratie- en remge-
›››
drag van de ACC beïnvloeden
Bij wagens zonder SEAT Drive Profile kan het
gedrag van de ACC worden beïnvloed door
het selecteren van een van de onderstaande
rijprofielen in het infotainmentsysteem:
Normal
●
Sport
●
Eco
●
Comfort
●
In dit geval krijgt u toegang tot de instellingen
van de ACC met de functietoets
stuurdershulpsysteem > ACC
Onderstaande voorwaarden kunnen tot
gevolg hebben dat de ACC niet reageert:
Ingetrapt gaspedaal.
●
Geen versnelling ingeschakeld.
●
Als de ESC regelt.
●
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel
●
niet omgegespt.
Verschillende lichten van de wagen of van
●
de elektrisch vastgekoppelde aanhanger zijn
defect.
Als de wagen achteruit rijdt.
●
Men rijdt harder dan 210 km/u (130 mph).
●
pag.
214.
> Be-
›››
pag.
89.
»
233