Inhoudsopgave
Advertenties
achteruitversnelling of het drukken op de
toets
in het infotainmentsysteem (
stuurdershulpsysteem > Parkeerhulp); de
mogelijke obstakels aan de achterzijde en zij-
kanten van de wagen worden dan niet weer-
gegeven op het scherm en ook niet aange-
geven met geluidssignalen.
Op het display worden enkel de objecten ge-
toond die worden gedetecteerd aan de voor-
zijde, terwijl de weergave van het traject
wordt verborgen.
Manoeuvreerremfunctie*
De noodremfunctie dient om de kans op bot-
singen tot een minimum te beperken.
Afhankelijk van de uitrusting kan de manoeu-
vreerremfunctie bij actieve parkeerhulp het
noodremmen activeren wanneer een obsta-
kel met botsingsgevaar wordt waargenomen
op het traject, in elke rijrichting.
De functie zal niet remmen indien de parkeer-
hulp als gevolg van een automatische active-
ring ingeschakeld is. Voor de werking moet
worden gemanoeuvreerd met een snelheid
tussen 2,5-7 km/u (1,5-4 mph) voor de zone
voorin en tussen 1,5-7 km/u (1-4 mph) voor de
zone achterin.
Na een ingreep blijft de manoeuvreerrem-
functie inactief in dezelfde rijrichting gedu-
rende 5 meter. Na het veranderen van de ver-
274
snelling of stand van de keuzehendel is de
> Be-
functie weer actief. De beperkingen van de
parkeerhulp zijn van toepassing.
De manoeuvreerremfunctie wordt afgesteld
in het infotainmentsysteem: functietoets
Bestuurdershulpsysteem > Parkeerhulp:
Tijdelijk uitschakelen van het noodremmen
Wanneer de functie wordt uitgeschakeld
●
met de toets Manoeuvreerremfunctie op
het scherm van Parkeerhulp van het info-
tainmentsysteem.
Wanneer een van de portieren, bagage-
●
ruimte of achterklep worden geopend.
Hulp bij het achteruit parke-
ren*
Beschrijving
De hulp bij het achteruit parkeren is een
optische en akoestische assistent die waar-
schuwt voor obstakels die zich achter de wa-
gen bevinden.
De bumper achter is voorzien van sensoren.
Zodra ze een obstakel detecteren, wordt dat
gemeld met geluidssignalen en visueel in het
infotainmentsysteem.
Rijden
Zorg ervoor dat de sensoren niet afgedekt
worden door stickers, resten, vuil enz. omdat
dan de werking van het systeem negatief
wordt beïnvloed. Reinigingsinformatie
327.
>
Het detectiebereik van de sensoren achter-
aan is ongeveer:
●
●
Naarmate een obstakel wordt genaderd, ver-
hoogt de frequentie van de akoestische sig-
nalen. Op ongeveer 0,30 m hoort u een
constant signaal: zet de wagen stil!
Inleiding tot thema op pag.
leiding tot thema op pag.
Indien de scheidingsafstand wordt aange-
houden, vermindert het volume van de waar-
schuwing na ongeveer 2,5 seconden.
Inschakelen van de parkeerhulp
●
Uitschakelen van de parkeerhulp
●
●
gens met automatische versnellingsbak.
Zijkant: 0,60 m
Centrale zone: 1,60 m
270,
270!
Schakel de achteruitversnelling in.
Rijd sneller dan 15 km/u (9 mpu) vooruit.
OF: zet de keuzehendel in P, N of D in wa-
›››
pag.
›››
in
›››
in In-
Advertenties
Inhoudsopgave
