Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Seat Leon 2020 Instructieboekje pagina 321

Inhoudsopgave

Advertenties

De bandenspanning wordt handmatig ge-
wijzigd.
De bandenspanning onvoldoende is.
De bandenstructuur beschadigd is.
De wagen onevenwichtig geladen is.
De banden van een as dragen meer last
(bijvoorbeeld bij rijden met extra belading).
De wagen rijdt met sneeuwkettingen.
Het reservewiel gemonteerd is.
Het wiel van een as werd vervangen.
De bandenspanningscontrole
bepaalde omstandigheden vertraagd reage-
ren of niets aanduiden (bijvoorbeeld bij spor-
tief rijden, besneeuwde wegen, onverharde
wegen of bij rijden met sneeuwkettingen).
Bandenspanningsindicatie kalibreren
Nadat u de bandenspanning heeft gewijzigd
of één of meerdere wielen heeft vervangen,
moet de bandenspanningsindicatie worden
aangepast. Doe dit bijvoorbeeld ook wan-
neer u de voor- en achterwielen omwisselt.
Schakel het contact in.
Bewaar de nieuwe bandenspanning in het
infotainmentsysteem: functietoets
›››
geninfo > Wagenstatus
pag.
Het systeem kalibreert zichzelf verder terwijl
de wagen rijdt, op basis van de bandenspan-
ning ingevoerd door de bestuurder en de ge-
monteerde banden. Na een lange rit op ver-
schillende snelheden worden de gegevens
verzameld en bekeken aan de hand van de
geprogrammeerde gegevens.
Onder zware last op de wielen, bijv. bij flinke
belading, moet voor kalibratie de banden-
spanning worden verhoogd tot de geadvi-
seerde waarde voor rijden met belading
›››
afb.
189.
ATTENTIE
Als de bandenspanning verschillend of te
kan onder
laag is, kan een van de banden kapot gaan
en kunt u de controle over de wagen verlie-
zen, wat kan leiden tot een ernstig of dode-
lijk ongeval.
Indien het controlelampje
middellijk de snelheid verminderen en
bruuske rem- of draaimanoeuvres vermij-
den. Zo snel mogelijk stoppen en de staat
en de spanning van alle banden controle-
ren.
Het bandenspanningscontrolesysteem
werkt alleen correct als alle banden in kou-
de toestand de correcte bandenspanning
hebben.
Als de band niet lek is en niet noodzakelij-
kerwijs onmiddellijk vervangen moet wor-
> Wa-
den, rijd dan met lage snelheid naar de
89.
dichtstbijzijnde gespecialiseerde werk-
plaats en laat de bandenspanning contro-
leren en aanpassen.
Wielen
oplicht, on-
Let op
Als u voor het eerst op hogere snelheid
rijdt met nieuwe banden, kunnen deze iets
uitzetten, hetgeen resulteert in een ban-
denspanningswaarschuwing.
Als bij ingeschakeld contact een te lage
bandenspanning wordt gedetecteerd,
hoort u een akoestische waarschuwing. Bij
een storing in het systeem hoort u een
akoestisch signaal.
Bij langdurig rijden over onverharde we-
gen of bij sportief rijden, is het mogelijk dat
het TPMS tijdelijk wordt gedeactiveerd. Het
controlelampje meldt dan een storing maar
verdwijnt automatisch zodra de wegcondi-
ties of de rijstijl verandert.
Vertrouw niet alleen maar op het ban-
denspanningscontrolesysteem. Controleer
de banden regelmatig om er zeker van te
zijn dat de bandenspanning correct is en
dat de banden niet beschadigd zijn (ste-
ken, sneden, scheuren en bulten). Haal
vreemde voorwerpen uit de band, mits ze
de band niet doorboren.
De bandenspanningsindicatie werkt niet
als een storing is opgetreden in de ESC of
›››
het ABS
pag.
259.
319

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave