de levensduur van het verlichtingssysteem
van de wagen.
Als u het rechter- of linkerknipperlicht in-
●
geschakeld laat en dan het contact uit-
schakelt, zal het parkeerlicht niet automa-
tisch worden geactiveerd.
Grootlichtregeling (Light Assist)*
De grootlichtregeling vermijdt automatisch
dat tegenliggers of voertuigen die voorop rij-
den verblind worden. Het hulpsysteem detec-
teert tevens verlichte zones en schakelt het
grootlicht uit wanneer de wagen er passeert,
bijv. door stedelijke gebieden.
Binnen zijn beperkingen schakelt het automa-
tisch het grootlicht in of uit naargelang de
omstandigheden van de omgeving en het
verkeer, en naargelang de snelheid
Grootlichtregeling inschakelen
Schakel het contact in en selecteer de mo-
●
dus
met de lichtschakelaar
Druk de knipperlicht- en grootlichthendel
●
vanuit de uitgangsstand naar voren
85
. Zodra het controlelampje
3
display in het instrumentenpaneel verschijnt,
is de grootlichtregeling geactiveerd.
Grootlichtregeling uitschakelen
Schakel de modus uit
●
›››
schakelaar
OF: trek, terwijl het grootlicht brandt, de
●
knipperlicht- en grootlichthendel naar ach-
›››
teren
afb. 85
OF: duw de knipperlicht- en grootlichthen-
●
del naar voren om het grootlicht handmatig
in te schakelen. De grootlichtregeling blijft
vervolgens gedeactiveerd.
Beperkingen van het systeem
In de volgende gevallen moet het grootlicht
handmatig worden uitgeschakeld, omdat de
grootlichtregeling dit niet tijdig of helemaal
niet zal doen:
Op slecht verlichte wegen met veel reflec-
●
terende signalen.
›››
.
Bij weggebruikers met onvoldoende verlich-
●
ting, bijv. voetgangers of fietsers.
Bij gesloten bochten, als tegenliggers ge-
●
deeltelijk verborgen zijn, op steile hellingen.
›››
afb.
84.
Op wegen met tegenliggers en een van-
●
grail in de middenberm als de bestuurder hier
›››
afb.
gemakkelijk overheen kan kijken (bijvoorbeeld
op het
de bestuurder van een vrachtwagen).
Bij mist, sneeuw en hevige regenval.
●
Bij stof- en zandwolken.
●
Als de voorruit beschadigd is in het ge-
●
zichtsveld van de camera.
Licht
met de licht-
afb.
84.
.
4
Als het gezichtsveld van de camera besla-
●
gen, vuil of bedekt is met een sticker, sneeuw
of ijs.
Als de camera defect is of de voeding is on-
●
derbroken.
ATTENTIE
Het comfort dat de grootlichtregeling
biedt, betekent niet dat er geen risico's
meer zijn. Ondanks het systeem moet de
bestuurder te allen tijde opmerkzaam blij-
ven.
U bent onder alle omstandigheden dege-
●
ne die het grootlicht bedient en aanpast op
de lichtomstandigheden, zichtbaar en het
verkeer.
Het kan zijn dat de grootlichtregeling niet
●
altijd alle rijsituaties correct herkent en in
bepaalde omstandigheden slechts beperkt
werkt.
Als het gezichtsveld van de camera vuil,
●
bedekt of beschadigd is, kan dat de werk-
ing van de grootlichtregeling negatief be-
invloeden. Dit geldt ook wanneer de ver-
lichtingsinstallatie van de wagen wordt ge-
wijzigd door bijv. extra koplampen te mon-
teren.
VOORZICHTIG
Om de werking van het systeem niet te be-
invloeden, moet het volgende in acht wor-
den genomen:
»
115