Aanwijzingen van de telefoon
●
Buitentemperatuur
●
Aanwijzing van het kompas
●
Keuzehendelstanden
●
Aanbevolen versnelling
●
Aanwijzing van de reisgegevens (multifunc-
●
tie-indicatie) en menu's om diverse instellin-
›››
gen uit te voeren
pag. 69
Service-intervalindicatie
●
Snelheidswaarschuwing
●
Snelheidswaarschuwing voor de winter-
●
banden
Statusindicatie van het Start-Stopsysteem
●
›››
pag. 202
Tekens herkend door het systeem van ver-
●
keerstekenherkenning en waarschuwing dat
de maximaal toegestane snelheid* is over-
›››
schreden
pag. 73
Indicatie van de staat van de actieve cilin-
●
›››
derregeling (ACT
®
)
pag. 216
Rijden met laag verbruik
●
Motorcode (LDM)
●
Aanwijzingen van de bestuurdershulpsyste-
●
›››
men
pag. 219
Auteursrecht
●
68
Geopende portieren, motorkap en achter-
klep
Na ontgrendeling van de auto en tijdens het
rijden toont het display van het instrumenten-
paneel of een van de portieren, motorkap of
›››
pag. 212
achterklep openstaan; in dat geval klinkt ook
een akoestisch signaal. Afhankelijk van de uit-
voering van het instrumentenpaneel, kan de
voorstelling variëren.
›››
pag. 79
Keuzehendelstanden (versnellingsbak
›››
pag. 70
met 2-voudige koppeling DSG
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt
zowel naast de keuzehendel als op het dis-
play van het instrumentenpaneel aangege-
ven. Als de hendel zich in stand D/S of in
stand Tiptronic bevindt, wordt op het display
van het instrumentenpaneel de ingeschakel-
de versnelling getoond.
Buitentemperatuurmeter
Indien de buitentemperatuur lager is dan on-
geveer +4 °C (+39 °F), gaat in de indicator
buitentemperatuur daarnaast ook het "ijskris-
talsymbool"
de buitentemperatuur hoger is +6 °C
(+43 °F)
Als de wagen stilstaat met ingeschakelde in-
terieurvoorverwarming of met zeer lage snel-
heid rijdt, kan de weergegeven temperatuur
door stralingswarmte van de motor iets hoger
zijn dan de werkelijke buitentemperatuur.
Bedienen
®
)
. Dit symbool blijft branden tot
›››
.
Het meetbereik varieert tussen -45 °C
(-49 °F) en +76 °C (+169 °F).
Aanbevolen versnelling
Tijdens het rijden kan op het display van het
instrumentenpaneel de aanbevolen versnel-
ling worden getoond om brandstof te bespa-
›››
ren
pag.
212.
Kilometerteller
De totale kilometerteller registreert de totaal
afgelegde afstand van de wagen.
De dagteller ( trip ) geeft het aantal afgeleg-
de kilometer aan sinds de laatste reset.
Om de dagteller ( trip ) terug te zetten op 0:
In Rijgegevens selecteert u trip .
●
Druk ongeveer 2 seconden op de toets
●
van de ruitenwisserhendel of de toets
op het multifunctiestuurwiel.
Snelheidswaarschuwing voor de winter-
banden
Indien de ingestelde maximumsnelheid wordt
overschreden, wordt dit aangegeven op het
display van het instrumentenpaneel
69.
In het infotainmentsysteem kunnen instellin-
gen voor de snelheidswaarschuwing worden
aangepast, via de functietoets
›››
> Banden
pag.
89.
›››
pag.
> Exterieur