buitenaf zoals regen of nevel. In dit geval
werkt de automatische afstandsregeling
(ACC) niet. De informatietekst op het display
in het instrumentenpaneel luidt: ACC: Sen-
Reinig de radarsensor
sor zonder zicht!
›››
.
Wanneer de radarsensor opnieuw correct
werkt, is de ACC opnieuw beschikbaar. Het
bericht verdwijnt en de ACC wordt opnieuw
geactiveerd.
De werking van de ACC kan negatief beïn-
vloed worden in geval van sterke weerkaat-
sing van het signaal van de radar. Dit kan bij-
voorbeeld het geval zijn in een gesloten par-
keerruimte of wegens metalen voorwerpen
(bijv. geleiderails of platen gebruikt bij werk-
zaamheden).
De zone voor en rond de radarsensor mag
niet bedekt worden met stickers, bijkomende
koplampen e.d., want dat kan de werking van
de ACC aantasten.
Bij een verkeerde reparatie van de voorkant
van de auto of structurele wijzigingen kan de
werking van de ACC worden beïnvloed. Om
die reden beveelt SEAT aan om naar een offi-
ciële SEAT-dealer te gaan.
VOORZICHTIG
Indien u de indruk heeft dat de radarsensor
beschadigd is, schakel dan de ACC uit. Zo
vermijdt u eventuele schade. Laat hem in
dat geval afstellen.
232
Rijden
De sensor kan bij een schok ontregeld
●
worden. Dit kan de doeltreffendheid van
het systeem beïnvloeden of de uitschake-
ling tot gevolg hebben.
Het repareren van de radarsensor vergt
●
bijzondere kennis en gereedschap. Om die
reden beveelt SEAT aan om naar een SEAT-
dealer te gaan.
Een kentekenplaat of kentekenplaathou-
●
der aan de voorzijde met afmetingen die
groter zijn dan de opening voor de kente-
kenplaat, of een slecht geplaatste kente-
kenplaat kan leiden tot een gebrekkige
werking van de radar.
Verwijder sneeuw met een borstel en ijs
●
bij voorkeur met een ontdooispray zonder
oplosmiddelen.
Bediening van ACC
Op het multifunctiestuurwiel: knop-
Afb. 146
pen voor bediening van ACC
Wanneer de ACC ingeschakeld is, brandt op
het instrumentenpaneel het groene controle-
lampje
en wordt op het display de gepro-
grammeerde snelheid en de toestand van de
›››
ACC
afb. 144
getoond.
Welke instellingen kunnen in de ACC wor-
den ingevoerd?
ACC inschakelen en activeren
●
›››
Snelheid instellen
pag.
233.
●
›››
Afstandsniveau instellen
pag.
●
ACC uitschakelen en deactiveren
●
233.
Standaardafstandsniveau aan het begin
●
›››
van de rit instellen
pag.
233.
›››
Rijprofiel instellen
pag.
233.
●
Omstandigheden waarin de ACC niet rea-
●
›››
geert
pag.
233.
ACC inschakelen en activeren
Om de ACC in te schakelen en te activeren,
dient rekening te worden gehouden met de
stand van de versnellingshendel en de snel-
heid van de wagen.
Bij een automatische versnellingsbak moet
●
de keuzehendel in stand D of S staan. Active-
ring is mogelijk vanaf 0 km/u (0 mpu), maar
het systeem wordt automatisch geprogram-
meerd op een snelheid van 30 km/u (18 mpu).
Opgelet, de wagen kan plots accelereren!
›››
pag.
232.
233.
›››
pag.