Wagens met automatische versnellings-
bak
Rem de wagen af totdat deze stilstaat en
●
houd uw voet op het rempedaal of activeer
het Auto Hold-systeem zodat de wagen ge-
remd blijft. De motor gaat uit. In het display
verschijnt het controlelampje
kan uitschakelen voordat de wagen volledig
tot stilstand komt (ongeveer 7 km/u of 2 km/u
afhankelijk van het type versnellingsbak van
de wagen).
1)
Zodra u het rempedaal weer intrapt, start
●
de motor weer. Het controlelampje gaat uit.
Met actief Auto Hold-systeem zal de motor
niet starten als u uw voet van het rempedaal
haalt. De motor start wanneer het gaspedaal
wordt ingetrapt.
Basisvoorwaarden voor start/stop-stand
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
●
De bestuurder draagt de veiligheidsgordel.
●
De motorkap is gesloten.
●
De motor heeft de bedrijfstemperatuur be-
●
reikt.
De achteruitversnelling is niet ingescha-
●
keld.
De auto staat niet op een steile helling.
●
1)
In de versie mHEV (semi-hybride) vanaf 20
km/u.
Starten en rijden
De motor gaat om diverse redenen niet uit
Vóór stilstand controleert het systeem of aan
bepaalde voorwaarden is voldaan. De motor
stopt niet in onder andere de volgende ge-
vallen:
De motor heeft de temperatuur voor de
●
. De motor
start/stop-stand nog niet bereikt.
De temperatuur ingesteld in de klimaatre-
●
geling is niet bereikt.
De interieurtemperatuur is erg hoog/laag.
●
Ontwasemingstoets geactiveerd
●
141.
De parkeerhulp* is ingeschakeld.
●
De accu is erg leeg.
●
Het stuurwiel is flink verdraaid of wordt mo-
●
menteel gedraaid.
Er bestaat gevaar voor condensvorming.
●
Na het schakelen van de achteruit.
●
Bij een zeer steile helling.
●
Bij een opstopping zal de motor niet meer
●
stoppen bij de vijfde stilstand.
Met uitgeschakelde ESC.
●
Na het noodremmen of gripverlies.
●
Met een vastgekoppelde aanhangwagen.
●
Bij een opstopping zal de wagen niet meer
●
stoppen bij de vijfde stilstand.
Wanneer de acculading erg laag is.
●
Tijdens de regeneratie van het roetfilter
●
(dieselmotoren).
In het display van het instrumentenpaneel
verschijnt dan
stuurdersinformatiesysteem*,
gegeven.
De motor start vanzelf
›››
pag.
Bij stilstand kan de normale stand van het
systeem onderbroken worden in de volgende
situaties. De motor start zonder toedoen van
de bestuurder.
De interieurtemperatuur wijkt af van de
●
waarde ingesteld in de klimaatregeling.
Ontwasemingstoets geactiveerd
●
141.
Het rempedaal is diverse keren achter elk-
●
aar ingetrapt.
De accu is erg leeg.
●
Hoog stroomverbruik.
●
De wagen rolt vooruit of achteruit met uit-
●
geschakelde motor.
ESC uitgeschakeld.
●
; bovendien wordt in het be-
weer-
›››
pag.
»
203