Steker van het elektrische apparaat in de
●
accessoireaansluiting steken.
De 12-volt accessoireaansluiting kan voor
elektrische apparaten worden gebruikt.
Hierbij mag de vermogensopname via de
aansluiting niet hoger zijn dan 120 W.
USB-stopcontacten
Naargelang de uitrusting en het land kan de
wagen ook beschikken over USB-aansluitin-
gen, die enkel gebruikt kunnen worden
voor het laden en de stroomvoorziening.
Deze USB-ingangen bevinden zich aan de
achterzijde van de console, tussen de stoelen
›››
voorin
afb.
116. Deze aansluitingen kunnen
werken met een maximaal vermogen van
maximaal 10,5 W per poort.
Ze zijn niet ontworpen voor het afspelen van
bestanden.
ATTENTIE
De aansluiting functioneert alleen bij inge-
schakeld contact. Onjuist gebruik kan lei-
den tot ongevallen en zelfs brand. Daarom
mag u nooit kinderen alleen achterlaten in
de wagen terwijl de sleutel nog op het con-
tact steekt. Gevaar voor verwondingen!
Airconditioning
VOORZICHTIG
Alleen passende stekers gebruiken om be-
schadiging aan de stopcontacten te voor-
komen.
Let op
Bij stilstaande motor en ingeschakelde
●
elektrische apparaten ontlaadt de accu
zich.
Als het aangesloten apparaat te warm
●
wordt, schakel het dan onmiddellijk uit en
ontkoppel het van het boordnet.
Trek de apparaten uit de USB-poorten
●
voordat u het contact in- en uitschakelt, om
ze te beschermen tegen eventuele schade
veroorzaakt door de schommeling in elek-
trische spanning.
Airconditioning
Verwarming, ventilatie en
koeling
Inleiding
Naargelang de uitrusting van de wagen kan
de klimatisering bestaan uit:
Climatronic met 1 zone: verwarmt, venti-
●
leert, koelt en ontvochtigt het interieur, en be-
schouwt het als een enkele klimaatregelzone.
Climatronic met 3 zones: verwarmt, venti-
●
leert, koelt en ontvochtigt het interieur, en be-
schouwt het als 3 zones met onafhankelijke
klimaatregeling (bestuurder, bijrijder en ach-
terin).
Voor een optimale werking van de Climatro-
nic moeten de ruiten en het glazen dak* ge-
sloten blijven.
Activeer de functie door in het infotainment-
systeem op het overeenkomstige pictogram
te drukken.
Het pictogram op het scherm van het info-
tainmentsysteem gaat branden om aan de
geven dat de functie in kwestie ingeschakeld
is, of brengt u naar een submenu.
Sommige functies en menutabbladen han-
gen af van de uitrusting.
»
141