Let op
Zorg, voordat u de achterklep sluit, dat u de
sleutel niet in de bagageruimte gelaten
hebt.
De achterklep openen en sluiten
Achterklep: openen van buitenaf.
Afb. 79
De werking van de achterklepontgrendeling
is elektrisch. Het achterklepslot wordt geacti-
veerd door op het embleem van de achter-
›››
klep
afb. 79
te drukken.
Om de achterklep te vergrendelen of ont-
grendelen, drukt u op de knop
autosleutel.
Is de achterklep open of niet juist gesloten,
dan wordt dit op het display van het instru-
mentenpaneel weergegeven.* Als bij het rij-
den met een snelheid van meer dan 6 km/u
106
(4 mpu) de achterklep wordt geopend, klinkt
ook een waarschuwingssignaal*.
Openen en sluiten
Openen: aan de hendel trekken en optillen
●
›››
afb.
79. De klep wordt automatisch geo-
pend.
Sluiten: houd de klep met een van de hand-
●
grepen van de binnenbekleding vast en sluit
ze door ze naar onderen te brengen.
Indien de portieren vergrendeld zijn, wordt
ook de achterklep vergrendeld.
Noodontgrendeling van de achter-
klep
of
van de
Detail van de bagageruimte: noodont-
Afb. 80
grendeling.
Bedienen
De achterklep kan in geval van nood van bin-
nenuit worden ontgrendeld (bijv. indien er
geen accu is).
In de bekleding van de bagageruimte zit een
gleuf die toegang geeft tot het mechanisme
voor noodopenen.
Ontgrendelen van de achterklep vanaf de
binnenzijde van de bagageruimte
Steek de sleutel in de gleuf en verplaats de
●
sleutel in pijlrichting totdat het slot ontgren-
›››
delt
afb.
80.