Bij slecht zicht, in het donker of bij snee-
●
uw, regen en mist kan het gebeuren dat het
systeem niet alle verkeersborden (correct)
toont.
Als het gezichtsveld van de camera vuil,
●
bedekt of beschadigd is, kan dat de werk-
ing van het systeem negatief beïnvloeden.
ATTENTIE
De rijadviezen en verkeerstekens die het
systeem van verkeerstekenherkenning
geeft kunnen afwijken van de werkelijke si-
tuatie.
Het systeem kan niet altijd alle verkeers-
●
borden correct herkennen of tonen.
Verkeersborden en -voorschriften heb-
●
ben voorrang op de aanbevelingen en aan-
wijzingen van het navigatiesysteem.
ATTENTIE
Als u de berichten die mogelijk verschijnen
negeert, kan de wagen midden in het ver-
keer tot stilstand komen en kunnen zich on-
gevallen of ernstig letsel voordoen.
Negeer nooit de berichten die worden
●
getoond.
De wagen tot stilstand brengen zodra dat
●
veilig kan.
76
Bedienen
Let op
Om de juiste werking van het systeem niet
te beïnvloeden, moet het volgende in acht
worden genomen:
Reinig het gezichtsveld van de camera
●
regelmatig en houd dit schoon en vrij van
sneeuw en ijs.
Dek het gezichtsveld van de camera niet
●
af.
Vervang beschadigde of versleten ruiten-
●
wisserbladen wanneer u dit nodig acht om
strepen in het gezichtsveld van de camera
te vermijden.
Controleer of de voorruit bij het gezichts-
●
veld van de camera niet beschadigd is.
Het gebruik van oude kaarten in het navi-
●
gatiesysteem kan ertoe leiden dat verkeer-
de verkeersborden worden getoond.
In de routepuntmodus van het navigatie-
●
systeem is de verkeerstekenherkenning
slechts beperkt beschikbaar.
Het negeren van brandende controle-
●
lampjes en de overeenstemmende berich-
ten kan schade aan de wagen tot gevolg
hebben.
Tijd
Tijd instellen in het infotainmentsysteem
Druk op
/
> Setup.
●
Selecteer de menu-optie Tijd en datum
●
›››
om de tijd in te stellen
pag.
85.
Tijd instellen in het digitale instrumenten-
paneel
›››
In de klassieke weergave
pag. 67
●
u de toets
van het multifunctiestuurwiel in-
gedrukt wanneer de informatie van datum,
gereden afstand en actieradius is geselec-
teerd.
Druk en draai aan de toets
●
lingen uit te voeren.
Tijd instellen in het analoge instrumenten-
paneel
In het menu Rijgegevens selecteert u de
●
functie Actieradius (
> Interieur > Instru-
mentenpaneel).
Druk de toets
van het multifunctiestuur-
●
wiel in tot het menu Service op het display in
het instrumentenpaneel wordt weergegeven
›››
pag.
70.
Selecteer het menu Tijd .
●
Stel de juiste tijd in door te draaien aan het
●
rechter wieltje van het multifunctiestuurwiel.
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental per
minuut aan.
houdt
om de instel-