De wagen wassen
Hoe langer u wacht om afzettingen te verwij-
deren bijv. insectenresten, vogelpoep, boom-
hars of strooizout dat zich aan de wagen
heeft vastgehecht, hoe groter de schade die
kan worden toegebracht aan het oppervlak.
Hoge temperaturen die bijv. door intensieve
zonnestralen ontstaan, versterken de scha-
delijke werking.
Voordat u het oppervlak schoonmaakt,
maakt u het grove vuil week door overvloedig
water aan te brengen.
Om hardnekkig vuil te verwijderen, zoals in-
sectenresten of boomhars, gebruikt u best
overvloedig water en een microvezeldoek.
Was ook de onderkant van de wagen na een
winterse periode waarin zout is gestrooid.
Hogedrukreinigers
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
gedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwij-
zingen voor de hogedrukreiniger. Het vorige
geldt vooral voor de druk en afstand tot de
wagen van de waterstraal. Richt de straal
niet direct op de afdichtingen van de zijruiten,
portieren, doppen of het glazen panorama-
dak*; dit geldt ook voor banden, rubberslan-
gen, geluidsisolerend materiaal, sensoren*
en cameralenzen*. Houd een afstand van
minstens 40 cm.
326
Intervalservice
Verwijder geen sneeuw of ijs met een hoge-
drukreiniger.
In geen geval rondstraalsproeikoppen of vuil-
frezen gebruiken.
Het water mag niet warmer zijn dan 60 °C.
Automatische wasstraten
Besproei de wagen voordat u het wassen
start.
Controleer of de ruiten en het glazen panora-
madak* gesloten zijn en de ruitenwissers uit-
geschakeld. Houd rekening met de aanwijzin-
gen van de bediende van de wasstraat, met
name wanneer er afneembare onderdelen
zijn aan uw wagen.
SEAT raadt wasstraten zonder borstels aan.
Met de hand wassen
Reinig de wagen van boven naar onderen
met een zachte spons of een wasborstel. Ge-
bruik reinigingsproducten zonder oplosmid-
delen.
Wagens met matte laklaag wassen met de
hand
Om de wagen niet te beschadigen bij het
wassen, moet u eerst het stof en grove vuil
weghalen. Om insectenresten, vetvlekken en
vingerafdrukken te verwijderen, gebruikt u
best een speciaal reinigingsmiddel voor mat-
te lak.
Breng het product aan met een microvezel-
doek. Om het lakoppervlak niet te beschadi-
gen, mag u niet te veel druk uitoefenen.
Spoel af met overvloedig water. Reinig ver-
volgens met een neutraal reinigingsmiddel en
een zachte microvezeldoek.
Spoel de wagen opnieuw af met overvloedig
water en laat vervolgens drogen aan de
lucht. Verwijder eventuele resten van water
met een zeemlap.
ATTENTIE
Was de wagen enkel met uitgeschakeld
●
contact of volgens de aanwijzingen van de
bediende van de wasstraat. Gevaar voor
ongevallen!
Indien u de onderkant van de wagen of
●
binnenkant van de wielkasten schoon-
maakt, moet u opletten voor scherpe meta-
len voorwerpen. Gevaar voor snijwonden!
Na de reiniging is het mogelijk dat de
●
remmen iets trager reageren door het
vocht, of door ijsvorming op de remschijven
of -blokken. Gevaar voor ongevallen! De
remmen moeten dan eerst worden droog-
geremd.
VOORZICHTIG
Voordat u door een wasstraat rijdt, moet
●
u de buitenspiegels naar binnen klappen,