Noodremfunctie
Gebruik de noodstopfunctie enkel indien u de
wagen niet tot stilstand kunt brengen met het
›››
rempedaal
.
›››
Trek aan de toets
afb. 163
●
hem in deze stand om de wagen krachtig te
remmen. Tegelijkertijd klinkt er een waarschu-
wingssignaal.
U kunt het remmen onderbreken door de
●
toets
los te laten of te accelereren.
ATTENTIE
Indien de elektronische parkeerrem op ver-
keerde wijze wordt gebruikt, kunnen onge-
vallen en ernstige letsels het gevolg zijn.
Gebruik de elektronische parkeerrem
●
nooit om de wagen te remmen, tenzij het
om een noodgeval gaat. De remafstand
kan aanzienlijk groter zijn, aangezien in be-
paalde omstandigheden enkel de achter-
wielen worden geremd. Gebruik altijd het
rempedaal.
Geef nooit gas vanuit de motorruimte
●
wanneer een rijstand is gekozen of versnel-
ling is ingeschakeld en de motor draait. De
wagen kan zich verplaatsen zelfs als de
elektronische parkeerrem ingeschakeld is.
Bij in- of uitschakeling van de elektroni-
●
sche parkeerrem wordt het rempedaal licht
verplaatst. Let erop dat u uw voet niet on-
der het pedaal plaatst.
Remmen en parkeren
VOORZICHTIG
Om te vermijden dat de wagen onbedoeld
beweegt bij het parkeren, schakelt u eerst
de elektronische parkeerrem in en daarna
haalt u uw voet van het rempedaal.
en houd
Let op
Als u in wagens met schakelbak het kop-
●
pelingspedaal loslaat en tegelijkertijd gas
geeft, wordt de elektronische parkeerrem
automatisch uitgeschakeld.
Als de wagenaccu leeg is, kan de elektro-
●
nische parkeerrem niet uitgeschakeld wor-
den. Gebruik de starthulp
Tijdens het in- of uitschakelen van de
●
elektronische parkeerrem kunnen geluiden
te horen zijn.
Het systeem voert af en toe automati-
●
sche en hoorbare tests uit in de geparkeer-
de wagen indien de elektronische parkeer-
rem al enige tijd niet meer is gebruikt.
Auto Hold-functie
Afb. 164
van de Auto Hold-functie.
›››
pag.
51.
Het controlelampje van de Auto Hold-toets
›››
afb. 164
Auto Hold ingeschakeld is.
Na inschakeling helpt de Auto Hold-functie de
bestuurder om de wagen vaak of enige tijd
stil te houden met draaiende motor, bijvoor-
beeld op een helling, voor een rood verkeers-
licht of in situaties met veel verkeer waarbij u
telkens weer moet stoppen en wegrijden.
De ingeschakelde Auto Hold-functie verhin-
dert automatisch dat de stilstaande wagen
zich verplaatst, zonder dat u het rempedaal
hoeft in te trappen.
Nadat de Auto Hold-functie heeft vastgesteld
dat de wagen stilstaat en het rempedaal is
gelost, houdt ze de wagen tegen. U kunt de
voet van het rempedaal halen.
Onder in de middenconsole: toets
blijft branden zolang de functie
»
257