Altijd een goed functionerende brand-
–
blusser gereedhouden.
Milieu-aanwijzing
De grond onder de wagen regelmatig
●
controleren, opdat lekkages op tijd worden
opgemerkt. Als daar vlekken van olie of an-
dere vloeistoffen te zien zijn, de wagen ter
controle naar de werkplaats brengen.
Vloeistoffen die uit de wagen komen, zijn
●
schadelijk voor het milieu. Controleer daar-
om regelmatig de grond onder de wagen.
Als daar vlekken van olie of andere vloei-
stoffen zichtbaar zijn, dan dient u de wagen
door een gespecialiseerde werkplaats te
laten controleren.
Let op
Bij wagens met rechts stuur* zitten bepaal-
de reservoirs aan de andere zijde van de
›››
motorruimte
afb.
182.
298
Advies en actie
De motorkap openen en sluiten
Ontgrendelingshendel in de voeten-
Afb. 180
ruimte van de bestuurder.
Hendel onder de motorkap.
Afb. 181
Openen van de motorkap
De motorkap wordt vanuit het interieur ont-
grendeld.
Alvorens de motorkap te openen, controleert
u of de ruitenwissers op de voorruit rusten.
Open het portier en trek aan de hendel on-
●
›››
der het dashboard
afb. 180
Druk om de motorkap te openen de hendel
●
in het midden onder de motorkap naar links
›››
afb. 181
. De vergrendelingshaken ko-
2
men vrij.
De motorkap kan nu geopend worden. De
●
motorkapsteun losmaken en in de daarvoor
bedoelde plaats van de motorkap vastzetten.
Sluiten van de motorkap
De motorkap iets oplichten.
●
De motorkapsteun loshaken en weer in de
●
drukhouder plaatsen.
Op een hoogte van ongeveer 30 cm laten
●
vallen zodat het geblokkeerd is.
Als de motorkap niet goed gesloten is, de kap
niet aandrukken. Opnieuw openmaken en la-
ten vallen zoals hiervoor beschreven is.
ATTENTIE
Zorg dat de motorkap goed gesloten is. In-
dien de motorkap opengaat tijdens het rij-
den, kan dit leiden tot een ongeval.
VOORZICHTIG
Om schade aan de motorkap en ruitenwis-
sers te voorkomen, mag de motorkap al-
leen geopend worden als de wisserarmen
op de voorruit liggen.
.
1