Batterij vervangen
De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
●
›››
trekken
pag.
91.
Deksel op achterkant van wagensleutel
●
›››
verwijderen.
Haal de batterij met een geschikt dun voor-
●
›››
werp uit het batterijvak
afb.
71.
De nieuwe batterij in het batterijcomparti-
●
ment plaatsen en aandrukken in tegenover-
›››
gestelde richting van de pijl
afb.
Het deksel in de behuizing van de wagen-
●
sleutel plaatsen en aandrukken totdat het
deksel vastklikt.
VOORZICHTIG
Als de batterij niet correct wordt vervan-
●
gen, kan de autosleutel beschadigd raken.
Het gebruik van ongeschikte batterijen
●
kan de autosleutel beschadigen. Vervang
daarom de lege batterij altijd door een
nieuwe van dezelfde spanning en afmetin-
gen, en met dezelfde kenmerken.
Let bij het plaatsen van de batterij op de
●
juiste poolrichting.
Milieu-aanwijzing
Lever de gebruikte batterijen met het oog
op het milieu in bij een daartoe aangewe-
zen inzamelpunt.
Openen en sluiten
De autosleutel synchroniseren
Als de knop
vaak buiten de actieradius
wordt ingedrukt, is het mogelijk dat de wagen
niet meer met de wagensleutel vergrendeld
of ontgrendeld kan worden. In dit geval moet
de autosleutel zoals hierna aangegeven op-
nieuw gesynchroniseerd worden:
De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
●
›››
trekken
pag.
91.
71.
Druk op de knop
●
voor moet in de buurt van de wagen zijn.
Open de wagen binnen één minuut met de
●
sleutelbaard. De synchronisatie is voltooid.
Indien van toepassing, breng de afdekking
●
weer aan.
Centrale vergrendeling
Inleiding tot thema
De centrale vergrendeling werkt correct
wanneer alle portieren en de achterklep vol-
ledig gesloten zijn. Als het bestuurdersportier
geopend is, kan de wagen niet met de auto-
sleutel worden vergrendeld.
Als een ontgrendelde wagen gedurende lan-
gere tijd geparkeerd staat (bijvoorbeeld in
een garage), is het mogelijk dat de accu van
de wagen zich ontlaadt en de motor niet ge-
start kan worden.
van de autosleutel. Hier-
ATTENTIE
Onjuist gebruik van de centrale vergrende-
ling kan ernstig letsel veroorzaken.
De centrale vergrendeling sluit alle por-
●
tieren af. Als een wagen van binnenuit ver-
grendeld is, kunnen niet-geautoriseerde
personen de portieren van buitenaf de por-
tieren niet openen en zich toegang tot de
wagen verschaffen. In noodgevallen of bij
ongelukken kunnen de vergrendelde por-
tieren echter de toegang tot wagen om de
inzittenden te helpen in de weg staan.
Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit
●
alleen achter in de wagen. Met de druk-
knop voor de centrale vergrendeling kun-
nen alle portieren van binnenuit vergren-
deld worden. Hierdoor komen de inzitten-
den in de wagen opgesloten te zitten. Op-
gesloten personen kunnen aan extreem ho-
ge of lage temperaturen blootstaan.
In een afgesloten wagen kan het, afhan-
●
kelijk van het jaargetijde, zo extreem warm
of koud worden dat dit, vooral bij kleine kin-
deren, tot ernstig letsel, ziekte of zelfs de
dood kan leiden.
Laat nooit iemand in een vergrendelde
●
wagen achter. In noodgevallen kan het
voorkomen dat opgesloten inzittenden de
wagen niet zelfstandig kunnen verlaten of
geen hulp kunnen krijgen.
93