volgende punten omvatten een deel van de
veiligheidsvoorzieningen in uw SEAT
3-punts gordels,
●
gordelbelastingsbegrenzing op de voor-
●
stoelen en de achterbank (zijkanten),
gordelspanners aan de voorstoelen,
●
voorairbags;
●
knie-airbags* en centrale airbag* voor de
●
bestuurder
zij-airbags in de rugleuningen van de voor-
●
stoelen;
zij-airbags in de rugleuningen van de ach-
●
terbank*,
hoofdairbags;
●
"ISOFIX"-bevestigingspunten voor kinderzi-
●
tjes op de achterste zitplaatsen met het "ISO-
FIX"-systeem,
in hoogte verstelbare hoofdsteunen bij de
●
voorstoelen;
hoofdsteunen achteraan met gebruiks- en
●
niet-gebruiksstand.
verstelbare stuurkolom.
●
De genoemde veiligheidsvoorzieningen wer-
ken samen om u en uw bijrijders in ongevalsi-
tuaties zo goed mogelijk te beschermen. De-
ze veiligheidsvoorzieningen zijn u en uw bijrij-
ders van geen nut als u en uw bijrijders een
1)
Afhankelijk van de uitvoering/markt.
12
Veiligheid
verkeerde zithouding aannemen of deze
1)
:
voorzieningen niet juist verstellen of gebrui-
ken.
Vastzetten is in ieders belang!
Juiste zithouding van de in-
zittenden
Juiste positie in de stoel
De correcte afstand tussen de bestuur-
Afb. 2
der en het stuurwiel moet minstens 25 cm (10
inch) bedragen.
Juist verloop van de gordelband en juis-
Afb. 3
te stand van de hoofdsteunen.
Hierna worden de juiste zithoudingen ge-
toond voor de bestuurder en de andere inzit-
tenden.
Personen die wegens hun lichaamsbouw de
juiste zithouding niet kunnen aannemen,
moeten informeren bij een gespecialiseerde
werkplaats over mogelijke speciale inrichtin-
gen. Alleen als een juiste zithouding wordt
aangenomen, bieden veiligheidsgordel en
airbag een optimale bescherming. SEAT
raadt u aan de Technische Dienst te raadple-
gen.
Voor uw eigen veiligheid en om letsel of on-
gevallen bij plotseling remmen of bruuske
manoeuvres te voorkomen, beveelt SEAT u de
volgende houdingen aan: