Procedure
...
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine" en druk op de toets <JOG>.
2.
Druk op de softkeys "Nulp. werkst." en "Kant instellen".
Het venster "Kant instellen" wordt geopend.
3.
Selecteer "Alleen meten" wanneer u de gemeten waarden alleen wilt
weergeven.
- OF -
4.
Kies in het selectieveld de gewenste nulpuntverschuiving waarin het nul‐
punt moet worden opgeslagen.
- OF -
Druk op de softkey "NPV selecteren" om een instelbare nulpuntverschui‐
ving te selecteren.
In het venster "Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" selecteert u een nul‐
puntverschuiving waarin het nulpunt moet worden opgeslagen. Druk
daarna op de softkey "In manueel".
U keert terug naar het meetvenster.
5.
Selecteer m.b.v. een softkey in welke asrichting u eerst naar het werkstuk
wilt verplaatsen.
6.
Selecteer de meetrichting (+ of -) waarin u naar het werkstuk wilt ver‐
plaatsen.
Bij Z0 wordt steeds in Z-min richting naar het werkstuk verplaatst.
7.
Voer in X0, Y0 of Z0 de doelpositie van de werkstukkant in.
De doelpositie komt overeen met de ingevoerde waarde voor de werk‐
stukkant van de werkstuktekening.
8.
Plaats de werkstukmeettaster in de buurt van de werkstukkant die u wilt
meten. Druk op de toets <CYCLE START> om het werkstuknulpunt au‐
tomatisch te meten.
Machine instellen
3.6 Werkstuknulpunt meten
97