Technologische functies programmeren (cycli)
9.2 Frezen
De gewenste tekst kunt u rechtstreeks als "vaste tekst" in het tekstveld invoeren of als
"variabele tekst" via een variabele toewijzen.
Bij het graveren wordt een proportioneel schrift gebruikt, d.w.z. de afzonderlijke tekens hebben
een verschillende breedte.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het startpunt
verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet.
2. Het gereedschap wordt met aanzetvoeding FZ naar het bewerkingsvlak Z1 verplaatst en
freest het teken.
3. Het gereedschap wordt met ijlgang op de veiligheidsafstand teruggetrokken en wordt over
een rechte naar het volgende teken verplaatst.
4. Stappen 2 en 3 worden zolang herhaald tot de volledige tekst is gefreesd.
5. Het gereedschap wordt met ijlgang naar het terugtrekvlak verplaatst.
Procedure
Graveertekst invoeren
418
1.
Het deelprogramma of ShopMill-programma dat moet worden bewerkt,
is gegenereerd en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Frezen".
3.
Druk op de softkey "Graveren".
Het invoervenster "Graveren" wordt geopend.
4.
Druk op de softkey "Speciaal teken" wanneer u een teken wilt gebruiken
dat niet beschikbaar is op de invoertoetsen.
Het venster "Speciaal teken" wordt geopend.
● Plaats de cursor op het gewenste teken.
● Druk op de softkey "OK".
Het geselecteerde teken wordt op de cursorpositie in de tekst ingevoegd.
5.
Druk na elkaar op de softkeys "Tekst wissen" en "Wissen" wanneer u de
volledige tekst wilt wissen.
6.
Druk op de softkey "Kleine letters" wanneer u kleine letters wilt invoeren.
Wanneer u opnieuw op de toets drukt, worden opnieuw hoofdletters ge‐
bruikt.
7.
Druk op de softkey "Variabele" en "Datum" wanneer u de huidige datum
wilt graveren.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen