Procedure
8.14
Programma-instellingen wijzigen
Functie
Alle parameters die in de programmaheader zijn vastgelegd, met uitzondering van de
maateenheid, kunt u op een willekeurige positie in het programma wijzigen.
De instellingen in de programmaheader zijn blijvend, d.w.z. ze zijn zolang actief tot ze worden
gewijzigd.
Voor het simuleren en het meetekenen gebruikt u een basismateriaal. Alleen met
basismateriaal dat zo getrouw mogelijk overeenkomt met het effectieve basismateriaal is een
zinvolle simulatie mogelijk.
Voor het basismateriaal van een werkstuk bepaalt u de vorm (blok, buis, cilinder, N-hoek of
centraal blok) en de afmetingen.
Het invoeren van het basismateriaal heeft steeds betrekking op de nulpuntverschuiving die op
dat moment en op die plaats in het programma actief is.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
1.
Selecteer in het bedieningsbereik "Programma-manager" het program‐
ma dat u wilt wijzigen.
2.
Druk op de toets <Cursor rechts> of <INPUT>.
Het werkplan van het programma wordt weergegeven.
3.
Plaats de cursor in het werkplan op het gewenste programmablok en druk
op de toets <Cursor rechts>.
Het parametervenster van het geselecteerde programmablok wordt weer‐
gegeven.
4.
Voer de wijzigingen in.
5.
Druk op de softkey "Overnemen".
- OF -
Druk op de toets <Cursor links>.
De wijzigingen worden in het programma overgenomen.
ShopMill-programma maken
8.14 Programma-instellingen wijzigen
283