4. Baanfrezen (nabewerken)
Wanneer u bij het voorbewerken een nabewerkingstoegift heeft geprogrammeerd, dan
wordt de contour opnieuw bewerkt.
5. Baanfrezen (afschuinen)
Wanneer u een afschuining heeft voorzien, wordt het werkstuk met speciaal gereedschap
afgeschuind.
Baanfrezen links of rechts van de contour
Een geprogrammeerde contour kan met freesradiuscorrectie links of rechts worden bewerkt.
Daarbij kan de gebruiker kiezen tussen verschillende modi en verschillende strategieën voor
het naderen en verwijderen.
Modus naderen/verwijderen
De verplaatsing naar en van de contour kan gebeuren in kwadrant, halve cirkel of rechte.
● Bij kwadrant en halve cirkel moet de radius van de freesmiddelpuntbaan worden
opgegeven.
● Bij de rechte moet de afstand tussen de freesbuitenkant en het start- of eindpunt van de
contour worden opgegeven.
Een gecombineerde programmering is ook mogelijk, bijv. naderen in kwadrant en verwijderen
in halve cirkel.
Strategie naderen/verwijderen
U heeft de keuze tussen naderen/verwijderen in het vlak en naderen/verwijderen in de ruimte:
● Naderen in het vlak:
de contour wordt eerst op diepte en vervolgens in het bewerkingsvlak aangelopen.
● Ruimtelijk naderen:
de contour wordt gelijktijdig in de diepte en in het bewerkingsvlak aangelopen.
● Het verwijderen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Een gecombineerde programmering is ook mogelijk, bijv. naderen in het bewerkingsvlak,
verwijderen ruimtelijk.
Baanfrezen op de middelpuntbaan
Een geprogrammeerde contour kan ook op de middelpuntbaan worden bewerkt, wanneer de
radiuscorrectie werd uitgeschakeld. Het naderen en verwijderen is daarbij mogelijk op een
rechte of een loodrechte. Loodrecht naderen en verwijderen kunt u bijv. bij gesloten contouren
gebruiken.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Technologische functies programmeren (cycli)
9.3 Contourfrezen
435