Technologische functies programmeren (cycli)
9.3 Contourfrezen
Parameters G-codeprogramma
PRG
Naam voor het te genereren programma
PL
Bewerkingsvlak
Freesrichting
● meelopend
● tegenlopend
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
F
Voeding
Parameters
Beschrijving
Bewerking
De volgende technologische bewerkingen kunnen worden geselecteerd:
∇ (voorbewerken)
TR
Referentiegereedschap. Gereedschap dat voor de bewerking "Ruimen" wordt gebruikt.
Dient voor het bepalen van de induikpositie.
D
Snijkantnummer
Z0
Referentiepunt in de gereedschapsas Z
Z1
Diepte van de kamer (abs) of diepte m.b.t. Z0 (incr.)
DXY
● Maximale vlakaanzet
● Maximale vlakaanzet als percentage van de freesdiameter
DZ
Maximale diepte-aanzet
UXY
Nabewerkingstoegift vlak
UZ
Diepte nabewerkingstoegift
Optilmodus
Optilmodus voor nieuwe aanzet
Wanneer bij de bewerking verschillende induikpunten vereist zijn, kan de terugtrekhoog‐
te waarnaar moet worden teruggetrokken als volgt worden geselecteerd:
● op terugtrekvlak
● Z0 + veiligheidsafstand
Wanneer in de zone van de kamer geen elementen hoger zijn dan Z0, dan kan als
optilmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
9.3.12
Contourtap frezen (CYCLE63)
Functie
Met de cyclus "Tap frezen" kunt u elke willekeurige tap frezen.
Voor u de tap freest, moet u eerst een basismateriaalcontour en daarna één of meerdere
tapcontouren invoeren. In de basismateriaalcontour wordt de zone vastgelegd waarbuiten
450
Parameters ShopMill-programma
T
F
S / V
mm
mm
mm/min
Gereedschapsnaam
Voeding
Spiltoerental of constante snij‐
snelheid
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
mm/min
mm/tand
Omw/min
m/min
Eenheid
mm
mm
mm
%
mm
mm
mm
mm
mm
Frezen