Machine instellen
3.5 Gereedschap meten
...
3.5.5
Radius of diameter meten
Procedure
78
3.
Druk op de softkeys "Ger. meten" en "Lengte manueel".
Het venster "Lengte manueel" wordt geopend.
4.
Druk op de softkey "Gereedschap"; het venster met de gereedschapslijst
wordt geopend. Selecteer hier het gewenste gereedschap en druk op
"Manueel".
U keert terug naar het venster "Lengte Manueel".
5.
Selecteer het snijkantnummer D en het nummer van het zustergereed‐
schap ST van het gereedschap.
6.
Selecteer het referentiepunt "Vast punt".
7.
Wanneer u met een dynamometer meet, moet u voor de correctiewaarde
"DZ" de waarde 0 invoeren en in Z-richting tot tegen het vaste punt ver‐
plaatsen.
De verplaatsing moet gebeuren met draaiende spil in omgekeerde draai‐
richting. De dynamometer geeft automatisch aan wanneer de correcte
positie is bereikt.
- OF -
Wanneer u een afstandskaliber gebruikt, moet u het vast punt zo dicht
mogelijk naderen. Bepaal de speling met het afstandskaliber en voer die
waarde in "DZ" in.
De verplaatsing tot tegen het afstandskaliber moet met stilstaande spil
gebeuren.
8.
Druk op de softkey "Lengte instellen".
De gereedschapslengte wordt automatisch berekend en in de gereed‐
schapslijst ingevoerd.
1.
Vervang het te meten gereedschap in de spil.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen