9.1.5
Diepgatboren 1 (CYCLE83)
Functie
Met de cyclus "Diepgatboren 1" duikt het gereedschap met geprogrammeerd spiltoerental en
voedingssnelheid in verschillende aanzetstappen in het werkstuk in, tot diepte Z1 is bereikt.
U kunt de volgende aanzetstappen invoeren:
● Aantal aanzetten constant of afnemend (via programmeerbare degressiefactor)
● Spanen breken zonder optillen of ontspanen bij terugtrekken gereedschap
● Voedingsfactor voor de eerste aanzet voor voedingsreductie of voedingsverhoging (bijv.
wanneer de boring al is voorgeboord).
● Verblijftijden
● Diepte m.b.t. boorschacht of boorpunt
Invoer eenvoudig
U kunt het totaal aantal parameters voor eenvoudige bewerkingen beperken tot de
belangrijkste parameters met behulp van het selectieveld "Invoer". In deze modus "Invoer
eenvoudig" krijgen de niet weergegeven parameters een vaste, niet instelbare waarde.
U kunt via "Invoer compleet" alle parameters laten weergeven en bewerken als dit tijdens het
programmeren van een werkstuk nodig is.
Naderen/verwijderen bij spanen breken
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap boort met geprogrammeerd spiltoerental en voedingssnelheid F = F · FD1
[%] tot aan de eerste aanzetdiepte.
3. Verblijftijd op boordiepte DTB.
4. Voor het breken van de spanen trekt het gereedschap terug met terugtrekwaarde V2 en
boort met geprogrammeerde voedingssnelheid F tot aan de volgende aanzetdiepte.
5. Stap 4 wordt zo vaak herhaald tot de eindboordiepte Z1 is bereikt.
6. Verblijftijd op eindboordiepte DT.
7. Het gereedschap wordt met ijlgang naar het terugtrekvlak verplaatst.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Machinefabrikant
Diverse vaste waarden kunnen worden voorgeprogrammeerd met de settinggege‐
vens.
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Technologische functies programmeren (cycli)
9.1 Boren
319