Technologische functies programmeren (cycli)
9.3 Contourfrezen
6. Stappen 4 en 5 worden zolang herhaald tot de volledige tapdiepte is bereikt.
7. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Procedure
Parameters in de modus "Invoer compleet"
Parameters G-code-programma
Invoer
PRG
Naam voor het te genereren programma
PL
Bewerkingsvlak
Freesrichting
● meelopend
● tegenlopend
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
F
Voeding
Parameters
Beschrijving
Bewerking
De volgende technologische bewerkingen kunnen worden geselecteerd:
● ∇ (voorbewerken)
● ∇∇∇ bodem (Nabewerken aan bodem)
● ∇∇∇ Rand (Nabewerken aan de rand)
● Afschuinen
Z0
Referentiepunt in de gereedschapsas Z
Z1
Kamerdiepte (abs) of diepte m.b.t. Z0 (incr.)
- (alleen bij ∇, ∇∇∇ bodem of ∇∇∇ rand)
DXY
● Maximale vlakaanzet
● Maximale vlakaanzet als percentage van de freesdiameter
- (alleen bij ∇ en ∇∇∇ bodem)
DZ
maximale diepte-aanzet - (alleen bij ∇ of ∇∇∇ rand)
452
1.
Het deelprogramma of ShopMill-programma dat moet worden bewerkt,
is gegenereerd en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk de softkeys "Contourfrezen" en "Tap" in.
Het invoervenster "Tap frezen" wordt geopend.
3.
Selecteer bewerkingswijze "Voorbewerken".
● compleet
mm
mm
mm/min
Parameters ShopMill-programma
T
Gereedschapsnaam
D
Snijkantnummer
F
Voeding
S / V
Spiltoerental of constante snij‐
snelheid
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
mm/min
mm/tand
Omw./min
m/min
Eenheid
mm
mm
mm
%
mm
Frezen