Technologische functies programmeren (cycli)
9.2 Frezen
Hiervoor moet het nummer van het positiepatroon worden opgegeven. Dit nummer wordt door
de cyclus automatisch toegewezen (bij ShopMill). U vindt dit positiepatroonnummer in het
werkplan (programmaweergave) resp. G-codeprogramma na het bloknummer.
Procedure
Parameters
Beschrijving
LAB (alleen bij G-
Sprongmarkering voor positie herhalen
code)
Positie (alleen bij
Nummer positiepatroon invoeren
ShopMill)
9.2
Frezen
9.2.1
Vlakfrezen (CYCLE61)
Functie
Met de cyclus "Vlakfrezen" kunt u elk willekeurig werkstuk vlak frezen.
Daarbij wordt steeds een rechthoekig vlak bewerkt.
Werkstukken kunnen worden vlak gefreesd met of zonder begrenzingen.
Naderen/verwijderen
1. Bij een loodrechte bewerking ligt het startpunt steeds boven- of onderaan. Bij horizontale
bewerking ligt het startpunt rechts of links.
In het hulpscherm wordt het startpunt aangegeven.
2. De bewerking gebeurt vanuit de buitenkant.
360
1.
Het deelprogramma of ShopMill-programma dat moet worden bewerkt,
is gegenereerd en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk de softkeys "Boren", "Posities" en "Posities herh." in.
Het invoervenster "Posities herhalen" wordt geopend.
3.
Na het invoeren van het label of het positiepatroonnummer, bijv. 1, drukt
u op de softkey "Overnemen". Het geselecteerde positiepatroon wordt
opnieuw aangelopen.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Eenheid
Frezen