3.5.3
Boor- en freesgereedschap meten met referentiepunt Werkstuk
Procedure
Opmerking
Meten van het gereedschap is alleen mogelijk met actief gereedschap.
3.5.4
Boor- en freesgereedschap meten met referentiepunt Vast punt
Procedure
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
1.
Vervang het te meten gereedschap in de spil.
2.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
3.
Druk op de softkeys "Ger. meten" en "Lengte manueel".
Het venster "Lengte manueel" wordt geopend.
4.
Selecteer het snijkantnummer D en het nummer van het zustergereed‐
schap ST van het gereedschap.
5.
Selecteer het referentiepunt "Werkstuk".
6.
Verplaats in Z-richting tot tegen het werkstuk, kras het aan met draaiende
spil en voer de doelpositie Z0 van de werkstukzijde in.
7.
Druk op de softkey "Lengte instellen".
De gereedschapslengte wordt automatisch berekend en in de gereed‐
schapslijst ingevoerd.
1.
Vervang het te meten gereedschap in de spil.
2.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
Machine instellen
3.5 Gereedschap meten
77