Technologische functies programmeren (cycli)
9.2 Frezen
Invoer eenvoudig
U kunt het totaal aantal parameters voor eenvoudige bewerkingen beperken tot de
belangrijkste parameters met behulp van het selectieveld "Invoer". In deze modus "Invoer
eenvoudig" krijgen de niet weergegeven parameters een vaste, niet instelbare waarde.
U kunt via "Invoer compleet" alle parameters laten weergeven en bewerken als dit tijdens het
programmeren van een werkstuk nodig is.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het middelpunt van
de rechthoekige kamer verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet.
2. Afhankelijk van de geselecteerde strategie duikt het gereedschap in het materiaal in.
3. De bewerking van de rechthoekige kamer gebeurt met het geselecteerde bewerkingstype
steeds van binnen naar buiten.
4. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Bewerkingswijze
● Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het midden de afzonderlijke vlakken van de
rechthoekige kamer bewerkt tot diepte Z1 is bereikt.
● Nabewerken
Bij het nabewerken wordt steeds eerst de rand bewerkt. Daarbij wordt de rand van de
rechthoekige kamer in een kwadrant aangelopen die uitloopt in de hoekradius. Bij de laatste
aanzet wordt de bodem vanuit het midden nabewerkt.
364
Machinefabrikant
Diverse vaste waarden kunnen worden voorgeprogrammeerd met de settinggege‐
vens.
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen