In handmatig bedrijf werken
4.6 Handmatig naar een veilige positie verplaatsen
Parameters
Beschrijving
Gereedschap
Positie van de gereedschapspunt tijdens het zwenken
4.6
Handmatig naar een veilige positie verplaatsen
U kunt na een onderbreking van een schroefdraadbewerking (G33/G331/G332) of een
algemene bewerking met boorgereedschap (gereedschap 200 tot 299) als gevolg van een
stroomstoring of een RESET op het bedieningspaneel van de machine het gereedschap in de
bedrijfsmodus JOG veilig in de richting van het gereedschap verplaatsen zonder het
gereedschap of het werkstuk te beschadigen.
De functie Terugtrekken is vooral nuttig als het coördinatensysteem gezwenkt is, d.w.z. als de
positioneeras niet loodrecht staat.
Opmerking
Draadtappen
Bij het draadtappen wordt rekening gehouden met de geometrische verbinding tussen tap en
werkstuk en wordt de spil in overeenstemming met de schroefdraad verplaatst.
Voor het terugtrekken bij de schroefdraad kan zowel de Z-as als ook de spil worden gebruikt.
De functie "Terugtrekken" moet door de machinefabrikant worden geconfigureerd.
Procedure
146
nalopen
de positie van de gereedschapspunt wordt tijdens het zwenken behou‐
den.
niet nalopen
De positie van de gereedschapspunt wordt tijdens het zwenken gewijzigd
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
1.
De energietoevoer naar de machine is onderbroken resp. een lopend
deelprogramma wordt onderbroken met <RESET>.
2.
Na een stroomonderbreking schakelt u de besturing in.
3.
Kies de bedrijfsmodus JOG.
4.
Druk op de menudoorschakeltoets.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Eenheid
Frezen