Werkstuk bewerken
5.8 Programma-afloop beïnvloeden
5.8.2
Blokken overslaan
Programmablokken die niet bij elke programmadoorloop moeten worden uitgevoerd, kunnen
worden overgeslagen.
Deze blokken worden met het teken "/" (schuine streep) of "/x" (x = nummer van het over te
slaan niveau) voor het bloknummer aangegeven. Er kunnen ook meerdere blokken na elkaar
worden overgeslagen.
De instructies in de overgeslagen blokken worden niet uitgevoerd, d.w.z. het programma gaat
verder bij het volgende blok dat niet wordt overgeslagen.
Hoeveel niveaus bij het overslaan kunnen worden gebruikt, hangt af van een machinedatum.
Over te slaan niveaus activeren
Markeer het overeenkomstige aankruisvakje om het gewenste niveau te activeren dat moet
worden overgeslagen.
Opmerking
Het venster "Programmabeïnvloeding - Blokken overslaan" staat nu ter beschikking wanneer
meer dan één over te slaan niveau is ingesteld.
Procedure
174
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Software-optie
Om over meer dan twee niveaus te beschikken die moeten worden overgesla‐
gen, heeft u bij 828D de optie "Uitgebreide bedieningsfuncties".
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine".
2.
Druk op de toets <AUTO> of <MDA>.
3
Druk de softkeys "Progr. beïnvl" en "Blokken overslaan" in.
Het venster "Programmabeïnvloeding" wordt geopend en de lijst met ni‐
veaus die moeten worden overgeslagen, wordt weergegeven.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen