3.6.8
Kamer en boring meten
U heeft de mogelijkheid om rechthoekige kamers of één of meer boringen te meten en daarna
het werkstuk uit te lijnen.
Rechthoekige kamer meten
De rechthoekige kamer moet in een rechte hoek met het coördinatensysteem worden
uitgelijnd. Door het automatisch meten van 4 punten in de kamer worden de lengte, breedte
en middelpunt van de kamer bepaald.
1 boring meten
Het werkstuk met de boring die moet worden gemeten, is willekeurig op de werktafel
opgespannen. In de boring worden 4 punten automatisch gemeten en daaruit kan de diameter
en het middelpunt van de boring worden bepaald.
2 boringen meten
Het werkstuk met de twee boringen die moeten worden gemeten, is willekeurig op de werktafel
opgespannen. In beide boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten; daaruit
kunnen vervolgens de middelpunten van de boringen worden bepaald. Uit de verbindingslijn
tussen beide middelpunten en de referentieas wordt de hoek α berekend en wordt het nieuwe
nulpunt bepaald dat overeenstemt met het middelpunt van de eerste boring.
3 boringen meten
Het werkstuk met de drie boringen die moeten worden gemeten, is willekeurig op de werktafel
opgespannen. In de drie boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten; daaruit
kunnen vervolgens de middelpunten van de boringen worden bepaald. Door de drie
middelpunten wordt een cirkel getrokken. Van die cirkel wordt het middelpunt en de diameter
berekend. Dit middelpunt is het nieuwe te bepalen werkstuknulpunt. Bij de selectie van een
hoekcorrectie kan ook de basisdraaiing α worden bepaald.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Softkey "P1 opgeslagen" wordt geactiveerd.
3.
Herhaal deze procedure om punten P2 en P3 te meten en op te slaan.
Wanneer u een hoek meet die niet gelijk is aan 90°, dan moet u de pro‐
cedure herhalen om punt P4 te meten en op te slaan.
4.
Druk op de softkey "Berekenen".
Het hoekpunt en de hoek α worden berekend en weergegeven.
- OF -
Druk op de softkey "NPV instellen".
Het hoekpunt komt nu overeen met de doelpositie. De berekende ver‐
schuiving wordt in het door u geselecteerde correctiedoel opgeslagen.
Machine instellen
3.6 Werkstuknulpunt meten
103