Parameters
Beschrijving
FS
Afschuiningsbreedte voor het afschuinen (incr.) - (alleen bij afschuinen)
ZFS
Induikdiepte gereedschapspunt (abs of incr.) - (alleen bij afschuinen)
UXY
Nabewerkingstoegift vlak - (alleen bij ∇ en G-code, niet bij Radiuscorrectie uit)
Naderen
Modus voor naderen in vlak
● Rechte:
schuine in de ruimte
● Kwadrant:
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
● Halve cirkel:
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
● Loodrecht:
Loodrecht op de baan (alleen bij baanfrezen op middelpuntbaan)
Strategie voor het
● per as
naderen
● Ruimtelijk (alleen bij naderen "Kwadrant, halve cirkel of rechte")
R1
Radius bij naderen - (alleen bij naderen "Kwadrant of halve cirkel")
L1
Lengte bij naderen - (alleen bij naderen "Rechte")
Verwijderen
Modus voor verwijderen in vlak
● Rechte
● Kwadrant:
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
● Halve cirkel:
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
Strategie voor het
● per as
verwijderen
● Ruimtelijk (niet bij modus Loodrecht)
R2
Radius bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Kwadrant of halve cirkel")
L2
Lengte bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Rechte")
Optilmodus
Wanneer verschillende diepte-aanzetten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte opgeven
waarop het gereedschap tussen de verschillende aanzetten (bij de overgang van het
einde van de contour naar het begin) moet terugtrekken.
Optilmodus voor nieuwe aanzet
● Z0 + veiligheidsafstand
● lengte van de veiligheidsafstand
● naar RP
● niet terugtrekken
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Technologische functies programmeren (cycli)
9.3 Contourfrezen
Eenheid
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
437