Inleiding
2.4 Interfaces
Algemene toetsen en softkeys
2.4.7
Parameters invoeren of selecteren
Bij het instellen van de machine en bij het programmeren moet u telkens voor verschillende
parameters waarden invoeren in de invoervelden. De gekleurde achtergrond van de velden
verwijst naar de toestand van de invoervelden.
Oranje achtergrond
Lichtoranje achtergrond
Roze achtergrond
Parameters selecteren
Bij sommige parameters kunt u in het invoerveld selecteren uit verschillende
keuzemogelijkheden. In deze velden kunt u zelf geen waarde invoeren.
In de tooltip wordt het selectiesymbool weergegeven:
Bijbehorende selectievelden
Bij verschillende parameters staan selectievelden ter beschikking:
● Keuze tussen eenheden
● Omschakelen tussen absolute maat en incrementele maat
48
Wanneer in de dialoogbalk rechts op de interface het symbool
kunt u binnen een bedieningsbereik de horizontale softkeybalk wijzigen. Druk
hiervoor op de menu doorschakeltoets.
Het symbool
geeft aan dat u zich in de uitgebreide softkeybalk bevindt.
Door opnieuw op de toets te drukken verschijnt opnieuw de oorspronkelijke
horizontale softkeybalk.
Met de softkey ">>" opent u een nieuwe verticale softkeybalk.
Met de softkey "<<" keert u terug naar de vorige verticale softkeybalk.
Met de softkey "Terug" sluit u een geopend venster.
Met de softkey "Afbreken" verlaat u een venster zonder dat de ingevoerde
waarden worden overgenomen. U keert terug naar het hogere venster.
Wanneer u alle vereiste parameters correct in het parameterveld heeft inge‐
voerd kunt u het venster sluiten met de softkey "Overnemen"; de waarden wor‐
den opgeslagen. De ingevoerde waarden worden in een programma overge‐
nomen.
Met de softkey "OK" wordt een actie onmiddellijk geactiveerd; bijvoorbeeld de
naam van een programma wijzigen of een programma wissen.
Het invoerveld is geselecteerd
Het invoerveld bevindt zich in Edit-modus
De ingevoerde waarde is fout
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
verschijnt,
Frezen