Inleiding
2.4 Interfaces
Zie ook
Verdere functies in de invoerschermen (Pagina 259)
64
1.
Een programma is in de editor geopend.
Plaats de cursor op het gewenste G-code commando en druk op de toets
<HELP> of de toets <F12>.
De bijbehorende G-code beschrijving wordt weergegeven.
2.
Druk op de softkey "Alle G-functies tonen".
3.
Selecteer bijv. met behulp van de zoekfunctie het gewenste G-code com‐
mando.
4.
Druk op de softkey "In de editor overnemen".
De geselecteerde G-functie wordt op de positie van de cursor in het pro‐
gramma overgenomen.
5.
Druk op de softkey "Hulp beëindigen" om de hulpfunctie te beëindigen.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen