2.3
Controlepanelen machine
2.3.1
Overzicht
De werktuigmachine kan met een controlepaneel van Siemens of met een specifiek
controlepaneel van de machinefabrikant zijn uitgerust.
Aan het controlepaneel worden bewegingen van de werktuigmachine geactiveerd, zoals het
verplaatsen van assen of de bewerking van een werkstuk starten.
Frezen
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
<INPUT>
● Sluit de invoer van een waarde in een invoerveld af.
● Opent een directory of een programma.
● Voegt een leeg programmablok in als de cursor aan het einde
van een programmablok staat.
● Er wordt een teken ingevoegd ter markering van een nieuwe
regel en het programmablok wordt in 2 delen gesplitst.
● Voegt in de G-code een nieuwe regel in na het programmablok.
● Voegt in het werkstappenprogramma een nieuwe regel voor G-
code in.
● Wisselt in de dubbele editor resp. in de meerkanalenweergave
van de editormodus naar de bedieningsmodus. Door de toets
nogmaals in te drukken, schakelt u weer terug naar de
editormodus.
<ALARM> - alleen OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Diagnose" op.
<PROGRAM> - alleen OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Programma-manager" op.
<OFFSET> - alleen OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Parameters" op.
<PROGRAM MANAGER> - alleen OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Programma-manager" op.
Menu doorschakeltoets
Schakelt verder in de uitgebreide horizontale softkeybalk.
Menu terugkeertoets
Schakelt terug naar het hogere menu.
<MACHINE>
Roept bedieningsbereik "Machine" op.
<MENU SELECT>
Roept het basismenu op voor de selectie van de bedieningsberei‐
ken.
Inleiding
2.3 Controlepanelen machine
35