Technologische functies programmeren (cycli)
9.5 Contourdraaien - Frees-/draaimachine
1. Contour basismateriaal invoeren
Wanneer u bij het verspanen tegen de contour als vorm van het basismateriaal rekening
wilt houden met een basismateriaalcontour (en geen cilinder of toegift), dan moet u voor
de contour van het afgewerkt stuk een contour van het basismateriaal definiëren. U moet
de contour van het basismateriaal uit verschillende contourelementen samenstellen.
2. Contour afgewerkt stuk invoeren
U moet de contour van het afgewerkt stuk uit verschillende contourelementen samenstellen.
3. Contour oproepen
4. Verspanen tegen de contour (voorbewerken)
De contour wordt in lengte- en dwarsrichting of contourparallel bewerkt.
5. Restmateriaal ruimen (voorbewerken)
Bij de G-codeprogrammering moet bij het verspanen eerst worden beslist of er voorbewerkt
wordt met detectie van restmateriaal of niet. Met geschikt gereedschap kunt u dit
restmateriaal ruimen zonder opnieuw de volledige contour te moeten bewerken.
6. Verspanen tegen de contour (nabewerken)
Wanneer u bij het voorbewerken een nabewerkingstoegift heeft geprogrammeerd, dan
wordt de contour opnieuw bewerkt.
9.5.2
Weergave van de contour
G-codeprogramma
In de editor wordt de contour in een programmasegment met afzonderlijke programmablokken
weergegeven. Wanneer u een afzonderlijk blok opent, wordt ook de contour geopend.
Symbolische weergave
De afzonderlijke contourelementen worden in de opgegeven volgorde symbolisch
weergegeven naast het grafische venster.
Contourelement
Startpunt
Rechte naar boven
Rechte naar beneden
Rechte naar links
Rechte naar rechts
Rechte naar keuze
Boog naar rechts
518
Symbool
Betekenis
Startpunt van de contour
Rechte in 90°-rooster
Rechte in 90°-rooster
Rechte in 90°-rooster
Rechte in 90°-rooster
Rechte met helling naar keuze
Cirkel
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen