Gereedschappen beheren
12.5 Werktuiglijst
Procedure
12.5.4
Meerdere snijkanten beheren
Bij gereedschappen met meerdere snijkanten heeft u voor elke snijkant een eigen
correctierecord. Hoeveel snijkanten u kunt aanmaken, is afhankelijk van wat er in de besturing
is geconfigureerd.
Snijkanten van een gereedschap die niet nodig zijn, kunnen worden gewist.
Procedure
638
1.
De gereedschapslijst is geopend.
2.
Selecteer in de gereedschapslijst het gereedschap dat u wilt meten en
druk op de softkey "Gereedschap meten".
Het systeem schakelt over naar bedieningsbereik "JOG" en het gereed‐
schap dat moet worden gemeten wordt in het venster "Lengte manueel"
in het veld "T" ingevoerd.
3.
Selecteer het snijkantnummer D en het nummer van het zustergereed‐
schap ST van het gereedschap.
4.
Verplaats in Z-richting tot tegen het werkstuk, kras het aan met draaiende
spil en voer de doelpositie Z0 van de werkstukzijde in.
5.
Druk op de softkey "Lengte instellen".
De gereedschapslengte wordt automatisch berekend en in de gereed‐
schapslijst ingevoerd.
1.
De gereedschapslijst is geopend.
2.
Plaats de cursor op het gereedschap waarvoor u meerdere snijkanten
wilt genereren.
3.
Druk in de "Gereedschapslijst" op de softkey "Snijkanten".
4.
Druk op de softkey "Nieuwe snijkant".
Er wordt een nieuwe record in de lijst gegenereerd.
Het snijkantnummer wordt met 1 verhoogd, de correctiegegevens zijn
vooraf bepaald door de waarden van de snijkant waarop de cursor zich
bevindt.
5.
Voer de correctiegegevens voor de tweede snijkant in.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Frezen