Technologische functies programmeren (cycli)
9.3 Contourfrezen
Parameters
Labels
Subprogramma
Labels in subprogram‐
ma
9.3.7
Baanfrezen (CYCLE72)
Functie
Met de cyclus "Baanfrezen" kunt u langs elke geprogrammeerde contour naar keuze frezen.
Deze functie werkt met freesradiuscorrectie. De bewerking kan in willekeurige richting, d.w.z.
in of tegen de geprogrammeerde contourrichting, worden uitgevoerd.
De contour hoeft niet per se gesloten zijn. De volgende bewerkingen zijn mogelijk:
● Binnen- of buitenbewerking (links of rechts van de contour)
● Bewerken op de middelpuntbaan
Voor bewerking in tegengestelde richting mogen contouren uit maximaal 170
contourelementen bestaan (incl. afschuiningen/radii). Met details (buiten voedingswaarden)
van de vrije G-codeinvoer wordt bij het baanfrezen tegen de contourrichting geen rekening
gehouden.
Programmeren van willekeurige contouren
Het programmeren van willekeurige open of gesloten contouren moet u normaal gezien als
volgt programmeren:
1. Contour invoeren
U moet de contour uit verschillende contourelementen samenstellen.
Definieer de contour in een subprogramma of in het bewerkingsprogramma, bijv. na het
programma-einde (M02 of M30).
2. Contouroproep (CYCLE62)
Selecteer de contour die u wilt bewerken.
3. Baanfrezen (voorbewerken)
De contour wordt bewerkt, rekening houdend met verschillende strategieën voor naderen
en verwijderen.
434
Beschrijving
● LAB1: Label 1
● LAB2: Label 2
PRG: Subprogramma
● PRG: Subprogramma
● LAB1: Label 1
● LAB2: Label 2
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-7CP40-5JA2
Eenheid
Frezen