Onderhoud
MOTOROLIE
Motoroliepeil controleren
Motorolie dient voor het smeren, koelen
en bedienen van diverse hydraulische
onderdelen van de motor. Het is normaal
dat er tijdens het rijden motorolie wordt
verbruikt en u moet de motorolie regelmatig
nakijken en bijvullen. U moet ook binnen het
aanbevolen onderhoudsschema het oliepeil
nakijken en bijvullen om te voorkomen dat de
oliekwaliteit afneemt. Controleer het oliepeil
volgens onderstaande procedure.
2.0 T-GDi
2.0 T-GDi
1. Volg alle voorzorgsmaatregelen van de
oliefabrikant op.
2. Zorg ervoor dat de auto op een vlakke
ondergrond staat in stand P (parkeren)
met geactiveerde parkeerrem en
geblokkeerde wielen.
3. Zet de motor aan het warm hem op tot de
koelvloeistoftemperatuur een constante
normale temperatuur heeft.
4. Zet de motor af, verwijder de olievuldop
en trek de peilstok eruit. Wacht 15
minuten totdat de olie is teruggevloeid in
het carter.
5. Veeg de peilstok schoon en steek hem
weer geheel in de houder.
6. Trek de peilstok opnieuw uit de houder
en controleer het peil. Het vloeistofniveau
moet zich tussen F (vol) en L (leeg)
bevinden.
9-10
2.0 T-GDi
2.0 T-GDi
7. Als het oliepeil lager is dan L, moet u
olie bijvullen tot de F. Gebruik alleen
de voorgeschreven motorolie (Zie
'Aanbevolen smeermiddelen en
hoeveelheden' in hoofdstuk 2).
AANWIJZING
Om schade aan de motor te voorkomen:
• Mors geen motorolie tijdens het bijvullen
of verversen van motorolie. Veeg
gemorste olie onmiddellijk af.
OOSN091001L
OOSN091001L
• Het motorolieverbruik kan toenemen
tijdens het inrijden van een nieuw
voertuig en zal stabiliseren na 6.000 km
(4.000 mijl).
• Het motorolieverbruik kan worden
beïnvloed door rijgewoonten,
weersomstandigheden,
verkeersomstandigheden, oliekwaliteit,
etc. Daarom wordt aangeraden dat u het
motoroliepeil regelmatig controleert en
zo nodig bijvult.
OOSN091026L
OOSN091026L