Bestuurdershulp
Forward Collision-Avoidance Assist
uitgeschakeld
Als het deel van de voorruit waar de
frontzichtcamera zich bevindt, of de sensor
bedekt zijn met vreemd materiaal zoals sneeuw
of regen, dan kan dit de detectieprestaties
verminderen en het Forward Collision-Avoidance
Assist-systeem tijdelijk beperken of uitschakelen.
Als dit gebeurt, verschijnt de
waarschuwingsmelding 'Forward Safety
system disabled. Camera obscured' (Kop-
staartveiligheidsystemen uitgeschakeld. Camera
aan het zicht onttrokken), en de
waarschuwingslampjes zullen oplichten op het
paneel.
De Forward Collision-Avoidance Assist (FCA;
ondersteuning botsingsvermijding voorzijde)
werkt weer naar behoren wanneer deze sneeuw,
regen of andere substantie wordt verwijderd.
Als de Forward Collision-Avoidance Assist na
obstructie (sneeuw, regen of vreemde materialen)
niet goed werkt, adviseren we om de functie te
laten nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
• Mogelijk werkt het Forward Collision-
Avoidance Assist-systeem niet goed, zonder
dat daarover een waarschuwingsmelding
verschijnt of het waarschuwingslampje gaat
branden op het instrumentenpaneel.
• Mogelijk werkt Forward Collision-Avoidance
Assist niet goed in bepaalde gebieden (bv.
open terrein), als er geen objecten worden
gedetecteerd na het starten van de motor.
7-8
Beperkingen van het Forward Collision-
Avoidance Assist-systeem (FCA,
ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde)
Mogelijk werkt de Forward Collision-Avoidance
Assist niet naar behoren of treedt de functie
onverwacht in werking onder de volgende
omstandigheden:
• De detectiesensor of het gebied eromheen is
vuil of beschadigd
• De temperatuur rond de frontzichtcamera is
hoog of laag door de omgeving
• De cameralens heeft last van een getinte
OTM070093N
OTM070093N
voorruit of een film of coating op de voorruit,
beschadigd glas of klevende voorwerpen
(sticker, insect, enz.) op het glas
• Er is vocht op de voorruit dat niet verwijderd
is of dat eraan vastgevroren is
• De voorruit wordt constant met
ruitensproeiervloeistof besproeid of de
ruitenwisser is geactiveerd
• Rijden bij zware regenval of sneeuw of dichte
mist
en
• Het gezichtsveld van de frontzichtcamera
wordt belemmerd door schittering van de
zon
• Straatverlichting of licht van een
tegenliggend verkeer wordt gereflecteerd
op het natte wegdek, bv. door een plas op
de weg
• Er is een voorwerp op het dashboard
geplaatst
• Uw auto wordt gesleept
• De omgeving is heel helder
• De omgeving is zeer donker, bv. in een tunnel
enz.
• De helderheid verandert plots, bv. wanneer u
een tunnel inrijdt of verlaat
• Er is niet veel licht buiten en de koplampen
zijn niet aan of geven weinig licht