Stand toevoer recirculatielucht
In de stand RECIRCULATIE
wordt de lucht uit het
passagierscompartiment door
het systeem gerecirculeerd
en, afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of gekoeld.
Stand BUITENLUCHT
In de stand BUITENLUCHT
stroomt de lucht van buitenaf
het passagierscompartiment
in. Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of gekoeld.
Informatie
We raden aan om het systeem in de
buitenluchtstand te gebruiken.
Door langdurig gebruik van de verwarming
in de recirculatiestand (zonder dat de
airconditioning is geselecteerd) kunnen
de ruiten beslaan en kan de lucht in het
passagierscompartiment muf worden.
Bovendien kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droog worden
bij langdurig gebruik van de airconditioning in
de stand RECIRCULATIE.
WAARSCHUWING
• Langdurig recirculeren kan leiden
tot een verhoogde luchtvochtigheid
in het interieur, waardoor de ruiten
kunnen beslaan en het uitzicht wordt
belemmerd.
• Ga niet slapen in de auto wanneer
de airconditioning of de verwarming
is ingeschakeld. Door een afname
van de zuurstofconcentratie en/of
de lichaamstemperatuur kunnen de
inzittenden ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
• Langdurig recirculeren kan slaperigheid
veroorzaken, waardoor de bestuurder
de controle over de auto kan verliezen.
Schakel daarom zo veel mogelijk de
stand BUITENLUCHT in.
Aanjagertoetsen (2)
De aanjagersnelheid kan worden ingesteld op
de gewenste snelheid door aan de regelknop
van de aanjager te draaien.
Bij hogere aanjagertoerentallen wordt meer
lucht geleverd.
Druk op toets OFF om de aanjager uit te
schakelen.
AANWIJZING
• Wanneer de aanjager wordt bediend
terwijl het contact in stand ON staat,
kan de accu ontladen raken. Bedien de
aanjager wanneer de motor draait.
• De aanjagersnelheid kan automatisch
worden verlaagd als u spraakherkenning
of handsfree functies activeert, om de
geluidskwaliteit te verbeteren.
Airconditioning (4)
Druk op de toets A/C om de airconditioning
in te schakelen (het controlelampje gaat
branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
UIT-modus (5)
Druk op de toets OFF om de airconditioning
uit te schakelen. Het is in dat geval nog
steeds mogelijk om de luchtcirculatie en de
luchttoevoer met de toetsen te bedienen,
zolang het contact in stand ON staat.
05
5-69